Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/237

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

uitzet voor den zoon gereed hield — die vreedzame vrome had wel niet verdiend, noch kunnen gissen, dat er bij haar sterfbed een treurspel zoude gespeeld worden, vol wanorde en tweedracht, vol wilden hartstocht en tranen, tranen, niet van smart en rouw, maar van woede en spijt; een treurspel van vlammende geestdrijverij en vrome bitterheid, waarbij broeders met het wapen in de hand zouden opstaan tegen broeders, waarbij de tweelingzuster met ruwen triomf den tweelingbroeder zoude tot wanhoop brengen, waarbij een groothartig jongeling de geliefde vrouw van zijn hart zou de wegstooten, waarbij ieder van de haren de smart vergeten zoude over de stervende, om zijn woord te mengen in den twist der levenden — een sterfbed, dat niets zoude zijn dan eene lange worsteling in stede van een weemoedig en hartroerend afscheid vol liefde en teederbeid; dat zoude aanvangen met een stout vergrijp tegen de verordeningen der bestaande Kerk, om te eindigen met eenen broedermoord en eenen moedervloek! En toch, de arme had zoo gaarne gezegend!

Dat was zeker gruwzaam en hard! Neen, geene daad van het leven der brave was van zoo smartvol een einde de schuld; niemand der haren ook, noch Ottelijne, noch Johanna, noch zelfs Aernoud! Dat komt omdat zij stierf in 1521; omdat het de geest der eeuw was, die gesproken had in de taal der eeuw, waarvan iedere uitdrukking een deinzende schok was en ieder woord eene schetterende botsing; eene taal, die zoo luide sprak, dat iedere zachte stem des bloeds en der vriendschap door haar overschreeuwd moest worden; omdat die taal een denkbeeld vertegenwoordigde, zoo gewichtig en groot, dat het alle overige belangen als licht en klein zoude ter zijde schuiven, en de opoffering eischen van ieder minder doel: want het was het groote denkbeeld Godsdienst, waarvoor gestreden zoude worden, en dat geheel de zestiende eeuwen menigen tijdkring der volgende heeft bezield en in beweging gebracht!