Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/253

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ding, die beter dan de vroegere, aan de fijne leest en de zachte, bijna vrouwelijke schoonheid des jongelings recht deed. Het zal noodig worden te zeggen, door welken samenloop van omstandigheden wij hem in delen veranderden toestand voor ons zien.

In den treurigen nacht van het sterven der weduwe Bakelsze had het misbaar, dat de dienstbode bij vreemden aanhief, allen, die getuigen waren geweest van het jammertooneel, het noodzakelijke eener snelle vlucht doen inzien. Ook hadden ze den tijd die hun nog gegund werd, niet laten voorbijgaan, maar zich heren derwaarts verstrooid, ieder waar het hem het veiligst dacht. Ottelijne had de wijk genomen naar haar Slot en bood allen herbergzaamheid aan. Maar Laurens verkoos met zijne Aafke naar elders heen te trekken. Johanna had nog eene zusterplicht te vervullen aan Hugo, waarbij Paul haar behulpzaam wilde zijn. Hij, dien ze dood hadden gewaand, was slechts in eene diepe bezwijming weggezonken, en tot steryens toe afgemat door bloedverlies en smartelijke overspanning. Er was niet aan te denken hem naar Lauernesse over te voeren, zelfs al had men, zoo in het midden van den nacht, zonder argwaan te wekken, eene der stooterige karren die toenmaals het éénige voertuig waren, kunnen machtig worden. Gelukkig was zeer in de nabijheid het huis van eenen schrijnwerker, dien men te Woerden als lid van de nieuwe Gemeente had leeren kennen. Dáárhenen! was snel hun besluit. De sterke vrouw en de jongeling, krachtig door vrome menschenliefde, torsten hem op hunne armen derwaarts, niet zonder schroom van slechts een lijk in te brengen, maar zonder vrees, of wel die deur hun geopend zoude worden, en voor drie zoo gevaarlijke gasten herbergzaamheid gegund; want de broederliefde sloot alle leden van de kleine Gemeente eng en vast aaneen. En zoo Luther’s naam veel zou ontuinden en veel zoude wonden, hij zou ook veel vereenigen en vele smarten helen! Ook wachtte hen geene teleurstelling. Ze vonden gewillige hulp, omzichtige zorg en blijmoedige dankbaarheid voor dit vertrouwen. In eene woning, klein als deze, waar slechts één vertrekje konde afgezonderd worden voor den zieke en