Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/324

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lijne had het haar meer dan ééns met een zijdelingsch woord te kennen gegeven, dat zij het elders beter konde hebben, meer rustig en evenwel door hare tusschenkomst op goeden voet zou kunnen leven, maar Teresia had nooit begrepen; er zijn punten, waarop sommige menschen onbeschrijfelijk stomp kunnen zijn, en ofschoon haar olijfkleurig vel oranje werd van ergernis, zij week niet van de plaats. En haar wegzenden door een bepaald bevel? Een bediende zendt men weg; maar eene bloedverwante, eene adellijke vrouw, eene zoodanige, die niet ophoudt zich te beroemen op diensten, die zij het Huis en der meesteres bewezen heeft en nog zal voortgaan te bewijzen, die zich met opdringende zorgvuldigheid onontbeerlijk maakt! het ging niet licht, het zou hard geschenen hebben en onheusch, en de Jonkvrouw was er te goedhartig voor en te kiesch.

Zij bleef dan; zij had zeer zeker een bepaald doel met dat blijven, dat zij zeer wijselijk bedekte, zonder het uit het oog te verliezen, terwijl ze er met katachtig geduld op zat te loeren. Die alleen oppervlakkig oordeelde, had het engelengeduld genoemd, want het was eene lijdzaamheid, eenen beteren oorsprong waardig, waarmede zij elke ergernis droeg, elke bitterheid slikte, elken aanstoot mijdde; want waarlijk, te ontkennen was het niet, voor eene Roomschgezinde, ook de minst nauwgezette, moest er veel stuitends en hinderlijks zijn op het Huis Lauernesse, zooals het er sinds de laatste tijden toeging; en dan Donna Teresia, de bigotte, zwakhoofdige Spaansche, de vrouw, op welke ieder, met uitzondering van Ottelijne, iets te wreken had en zich tot wraak geoorloofd rekende, die vroeger hare kwetsbare zijde veel te veel had opengelegd om die nu ontzien te kunnen hopen! de grieven, der Pausen-vereerster toegedacht, werden nog verdriedubbeld door die, welke men der gehate huisbestuurster schuldig achtte.

Een Christelijke zin had bij de nieuwe Hervormden vergoelijkende liefde moeten werken en verdraagzaamheid. Maar, we weten het, ze waren nog niet ver gevorderd; en daarenboven, enkele hoogverlichten mogen het zoetklinkende woord »verdraagzaamheid” in de rij hunner deugden optellen en beoefenen, voor de menigte is het een woord, de menigte brengt het niet in