Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/394

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Ik ken geene betere, dan mijn eigen huis,” hervatte hij fier; »in onze vrije stad Amstelredam zal een vrij burger toch wel zonder spie zijn in zijn eigen huis.”

»Denk op de meiden… o Thomas…”

»Die weten immers en we hebben ons nooit om haar ontzien, verzaak zóó ijdele vrees.”

Zij vouwde de handen met eene smartelijke berusting, hij vervolgde:

»Nadat we allen in statelijke aandacht des Heeren lichaam genoten hadden, klom de eerwaarde jongeling Paul op en verkondigde ons des Heeren woord, sprekende over de algemeene genoegdoening van onzen Zaligmaker, naar de woorden van Paulus, Hebreën X: VS. 14. »Want met ééne offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.” Het ware u voordeelig geweest, Aafke! zoo gij, evenals wij, die prediking hadt aangehoord: hoe hij de welzalige waarheid ons wist voor te stellen met kracht en gepastheid; hoe de overtuiging sterker in ons werd en vaster met ieder woord; hoe hij het ons helder wist te maken en duidelijk; hoe hij ons wist te doordringen van eerbied en dankbaarheid, voor weldaden zoo groot en zoo gansch uit genade geschonken; hoe hij ons wist op te wekken tot het mijden van de zonde en tot het aankweeken van deugd, uit liefde voor zooveel liefde… En dan zijne taal, zoo roerend, zoo wegslepend, zoo vol geestdrift en vuur, en toch zoo eenvoudig, zoo krachtig en liefelijk beide. Paul! dat is niet zoo als de andere predikers, die ik vroeger hoorde, niet als de Augustijners van Antwerpen, niet als de Zwinglianen van Zürich of Bazel niet zelfs als Johannes van Woerden. Uit hem spreekt iets zoo milds en weeks, dat u toch meer aangrijpt en zoetelijk beweegt, dan vele harde woorden van een ander, die dreigen en bestraffen; ze zeggen, dat het de geest van Melanchton is, die uit hem spreekt, en het moge zoo zijn. Melanchton is een waardige steun van den grooten Leeraar, en niet de mindere in kennis. Alleen vermeen ik met vele anderen, dat de Mansfelder wel wat sterker had kunnen spreken tegen de papistische stellingen der aflaten, die een gruwel zijn, als verminderende de grootte van Christus’