Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/62

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

keer willens is geweest om te vertellen, hetgeen ieder weet, dat hij een eigen neef is van den grooten Heer, die Spanje regeert. Na van den Kardinaal gesproken te hebben, kwam men gemakkelijk tot den Paus, en van dezen was de overgang zoo natuurlijk tot Luther, dat ook die zijne beurt zoude gekregen hebben, tot bijzondere voldoening zeker van Vader Luciaan, zoo niet een woord van den Vicaris de tongen had ingebonden. juist toen dit een plotseling en eenigszins gedwongen stilzwijgen gaf, kwam een der dienende knapen haastig de zaal binnen en overreikte Heer Boudewijn eenen zwaar gezegeld en brief.”

»Van waar?” vroeg deze.

»Een ijlbode bracht dien van Wijk bij Duurstede, eerwaarde Heer!”

Wijk bij Duurstede was de tijdelijke verblijfplaats van Bisscbop Philips. — De Vicaris brak haastig de zegeldraden los; groote rimpels plooiden hem het voorhoofd terwijl hij las, en zijne lippen verbleekten.

»Laat mijne lieden opzitten, wij moeten onverwijld voort,” sprak hij den wachtenden knecht toe, met gebaar en oog tot spoed dringende.

In brandende nieuwsgierigheid omringden hem daarop de mannen, die opstonden van hunne zitplaatsen; slechts ondervroegen zij hem meer door blikken en gebaren, dan door woorden. Hun bescheiden eerbied overtrof nog zelfs hunnen weetlust. Maar Vader Boudewijn antwoordde zonder gevraagd te zijn, ofschoon meer in zich zelven, dan tot hen:

»Ik had dit kunnen wachten! Onzalige Overstichtschen, die niet hebt willen luisteren naar de milde stem des vredes en der verzoening. Ik vrees, gij zult het zien, wat het zegt, den vos in uwen schaapstal te halen en den goeden herder buiten te sluiten. Mocht gij niet de straf dragen van uwen onberaden toorn! Vrienden en lieve getrouwen! Karel van Gelder is in Zwol. De Bisschop roept mij ijlings tot zich, om raad te schaffen.”

En daarop verliet hij de zaal, na een vluchtig afscheid van Ottelijne en Aernoud.

Hoe zichtbaar ontrustend die tijding: »Karel van Gelder is in Zwol!” ook gewerkt had op den Vicaris; in. het gezelschap,