Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland tweede deel (1886).pdf/372

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»En dat zonder vrienden te nooden, en dat in ’t afzijn van mijn heer vader?”

»’t Zou enkel een huiselijk feest zijn,” hernam hij; »de tegenwoordigheid van uws broeders verloofde in dit huis, en de treurige toestand, daarin, buiten haar weten, haar oudvader verkeert, maken de feesten ietwat ongepast, en de Kanselier heeft beloofd, nog heden te komen; ook om hem niet lange op te houden, is die haast noodig.”

»Maar toch, Gideon! waarom zulk haasten? Waarom niet gewacht, tot de veldtocht geëindigd is, en de Kanselier rustig weder met ons zal zijn, en licht Jacoba’s hijlijk doorgegaan…?”

»Omdat dit alles nog zeer onzekere tijdpunten zijn, en omdat ik haast heb, u de vaste verzekering te geven van mijne trouw, en daarna voor eene wijle van u te gaan.”

»Van mij heengaan, en waarom?”

»Ernstelijke plichten roepen mij! Ik trek met uw vader terug naar het leger.”

»Ei, gij zult doch niet den degen trekken?”

»Er zijn ook wonden te heelen bij zoovelen, als er geslagen worden!”

»Maar daar is toch een veldprediker in des Graven leger?”

»Meer dan één, Ivonne! maar het verlangen van één der lijdenden is uitgegaan naar mij. Sir Philip Sidney ligt daar stervende, en heeft mij doen opontbieden. Langer vertoeven dan heden zoude mij schuldig maken.”

»Nu, ga dan heden, en daarna de ondertrouw!”

»Neen, Ivonne! Daar mocht ander, — God weet welk, — bezwaar zich tusschen ons stellen, en mij dient vaste verzekerdheid…”

Zij verschrikte van dat woord.

»Is dat uit mistrouwen tegen mij, Gideon?” sprak zij, met neergeslagen oog.

»Neen, melieve!” hernam hij, met wat heftigheid. »Ik zegge alleen: het is u noodig, en het is mij noodig, dat deze ondertrouw nog te avond geschiede. Morgenochtend moet ik afreizen; ik moet, Ivonnette!”

»Gij laat mij dan voor bruid zitten alleen?”

En haar lief gelaat werd zóó droevig, dat hij ernstig zeide:

»Ivonne! Ivonne! Zoo licht een offer valt u dus zwaar! In