Deze pagina is proefgelezen
Het is geen avond en geen nacht:
Niets straalt dan uw verklaard gezicht.
Hoog in de bocht van 't diepe pad
Zitten wij bij den top van 't duin.
Niets straalt dan uw verklaard gezicht.
Hoog in de bocht van 't diepe pad
Zitten wij bij den top van 't duin.
Wanneer en waar was ik nog eens
Zoo hoog en stil met u alleen,
Dat zooals nu de fletse schijn,
Weêrlicht van zomermiddagbui,
Die vaagt door uwer oogen rust,
Aleenige herinnering
Aan droom van god en wereld leek —
Wanneer en waar was ik nog eens
Zoo hoog en stil met u alleen?
Zoo hoog en stil met u alleen,
Dat zooals nu de fletse schijn,
Weêrlicht van zomermiddagbui,
Die vaagt door uwer oogen rust,
Aleenige herinnering
Aan droom van god en wereld leek —
Wanneer en waar was ik nog eens
Zoo hoog en stil met u alleen?
Wij zitten bij den top van 't duin
Hoog in de bocht van 't diepe pad.
Achter het windloos vlotte zwerk
Vloeit door het hooge koele blauw
Geen schijn van zon of maan of ster,
Hoog in de bocht van 't diepe pad.
Achter het windloos vlotte zwerk
Vloeit door het hooge koele blauw
Geen schijn van zon of maan of ster,