Naar inhoud springen

Pagina:Bouwkundig Weekblad vol 018 no 021.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

160

Verder: een monumentalen trapaanleg van de terrassen en van de kleinere bijgebouwen naar den zee-boulevard. De 1e verdieping moet bevatten: Vier appartementen voor de Koninklijke Familie. Een zit en een werkkamer. Appartementen voor gasten, gevolg en bediening. Toilet- en kleedkamer. Twee diensttrappen. Het geheele gebouw moet van alle gemakken voorzien, en de communicatie oordeelkundig ingericht worden. Er wordt verlangd: Een situatie-plan van het terrein, schaal 1 m.M per M., waarop behalve het hoofdgebouw zijn aangegeven: de stallen, bloemen- en plantenkassen, en de parkaanleg aan de landzijde. Verder worden verlangd: Drie plattegronden, schaal 5 m.M. per Meter. De opstanden der gevels land- en zeezijde, en de voornaamste doorsneden over de lengte en de breedte van het gebouw, schaal I c.M. per Meter. Een memorie van toelichting. De keuze van stijl wordt vrijgelaten; de verlangde teekeningen moeten slechts in lijnen worden uitgevoerd. Voor de ter bekroning waardig gekeurde ontwerpen worden uitgeloofd: als 1e prijs de verguld zilveren medalje der Maat- schappij, benevens f 200: als ze prijs de zilveren medalje der Maatschappij benevens f 100; als 3e prijs de bronzen medalje der Maatschappij; alle prijzen met het getuigschrift der Maatschappij. Ter mededinging worden uitgenoodigd de leden der Maat- schappij. (*) ALGEMEENE BEPALINGEN. Art. 1. Alle stukken ter beantwoording van deze prijsvraag worden vóór of op 29 December 1898 des namiddags te 2 uur, vrachtvrij ingewacht aan het bureau der Maatschappij, Marnix- straat 402 te Amsterdam. Art. 2. De in te zenden stukken moeten gemerkt zijn met een motto, en met een herkenningsteeken aan de achterzijde; zij moe- ten vergezeld zijn van: 1º, een gesloten naambrief, waarop aan de buitenzijde dat motto is herhaald, en van binnen bevattende de vermelding van naam, betrekking en woonplaats van den inzender: 20. van een open brief, waarin een adres, om zoo noodig met den inzender te correspondeeren zonder den naam- brief te openen. Art. 3. De teekeningen mogen niet op houten ramen ingele- verd worden. Het schrift op de teekeningen moet van eene andere hand dan die des vervaardigers zijn. De ontwerper mag zijn naam niet bekend maken vóór de uit- spraak der Jury. Worden de beide laatste bepalingen niet behoorlijk nagekomen, dan blijft zijn ontwerp buiten mededinging. Art. 4. De ingezonden ontwerpen worden in handen gesteld van eene commissie van beoordeeling, bestaande uit 5 leden, zijnde de heeren: Prof. E. Gugel, Eerelid der Maatschappij. C. Muysken. Eerelid der Maatschappij. J. J. Weve, Gemeente architect van Nijmegen. A. Salm G.Bzn., Voorzitter der Maatschappij. J. Mutters Jr., Bestuurslid der Maatschappij. Art. 5. De Jury heeft het recht, wanneer geen antwoord ter bekroning kan worden voorgedragen, aan het Hoofdbestuur voor te stellen eene andere onderscheiding toe te kennen aan zulke antwoorden, die zij meent dat daarop aanspraak hebben. Art. 6. De bekroonde ontwerpen blijven het eigendom der Maatschappij. Art. 7. De uitslag der beoordeeling zal terstond na de uitspraak der Jury worden bekend gemaakt, en de ingekomen plannen zullen worden tentoongesteld tijdens de Algemeene Vergadering in Mei 1899, waarin de bekroningen zullen worden uitgereikt. Art. 8. Alle ontwerpen worden tentoongesteld in die steden waar Afdeelingen der Maatschappij zijn gevestigd. De niet be- kroonde ontwerpen kunnen daarna in April 1900 worden afgehaald aan het bureau der Maatschappij te Amsterdam, op vertoon van (*) Bedoeld zijn: de Gewone, Buitengewone- en Kunstlievende Leden. het in art. 2 vermelde herkenningsteeken. De stukken der inzencers, buiten Amsterdam woonachtig, worden na genoemd tijdsbestek en tegen overlegging van het herkenningsteeken, aan een op te geven adres teruggezonden. In bijzondere gevallen, ter beoordeeling van het Bestuur der Maatschappij, kunnen op uitdrukkelijk verlangen der inzenders, teekeningen binnen dit tijdsbestek worden teruggeven. Het Bestuur der Maatschappij. Amsterdam, April 1898. A. SALM G.BZN., Voorzitter. C. T. J. LOUIS RIEBER, Secretaris. JAARVERSLAG 1897-1898. M. H. Aan de leden van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Wederom is de tijd gekomen, dat het Bestuur der Maatschappij vóór de Algemeene Mei-vergadering. volgens ouder gewoonte, een kort verslag in het licht zendt over den toestand der Maatschappij gedurende het afgeloopen jaar, van Mei tot Mei gerekend. en van de wederwaardigheden die zij in dat tijdsverloop beleefde. Het hier volgende moge U een overzicht geven, dat eenigs- zins kan bevredigen, omdat het U zal doen zien, dat door het Bestuur ook nu weder getracht is de Maatschappij aan haar doel te doen beantwoorden, haar streven hoog te houden, haar waardig te vertegenwoordigen, en voor de algemeene belangen harer be- oefenaars, waar dit noodig bleek te zijn. zoo veel als mogelijk was te waken. Leden. Bij den aanvang van het vorige verslagjaar telde de Maatschappij 468 gewone, 7 buitengewone-, 78 kunstlievende- en 20 afdeelingsleden. In den loop van het jaar 1897 had de Maatschappij het verlies te betreuren van haar Eerelid Mr. J. Heemskerk Azn., en van hare leden: G. Uiterwijk te Zutphen. J. A. Houtman te 's Gra- venhage, J. A. Giesing te Rotterdam en L. Ritter te Haarlem. Op 31 December 1897 telde de Maatschappij 472 gewone, 7 buitengewone-, 79 kunstlievende- en 20 afdeelingsleden. Thans is het ledental als volgt: 459 gewone, 7 buitengewone-, 72 kunstlievende- en 18 afdeelingsleden. Met leedwezen werd in Maart 1898 het overlijden vernomen van den heer W. J. Klerk de Reus, ingenieur bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, te Zwolle, een der meest belangstellende leden. In de Mei-vergadering van 1897 werd de heer C. Muysken. bij zijn aftreden als Voorzitter der Maatschappij, op voorstel van de leden van alle afdeelingen benoemd tot Eerelid. Om hunne wezenlijke verdiensten voor de bouwkunst werden de heeren Charles Buls, Burgemeester van Brussel, en Valère Dumortier, Provinciaal Architect van Brabant Voorzitter van de Société Centrale d'Architecture de Belgique en van het in 1897 te Brussel gehouden Internationaal Congres voor Architecten, in de September-vergadering van 1897, te Rotterdam gehouden. op voorstel van het Bestuur der Maatschappij tot Eereleden benoemd. Bestuur der Maatschappij. Volgens rooster moesten in 1897 aftreden de heeren C. Muysken en D. E. C. Knuttel, die niet herkiesbaar waren, en de heer Henri Evers die, hoewel herkies. baar, zijn wensch te kennen gaf om, wegens zijn zeer gebonden betrekking die hem het geregeld bijwonen der Bestuursverga- deringen zeer moeielijk maakte, niet meer in aanmerking te komen. De open gekomen plaatsen werden volgens de keuze der leden bezet door de heeren A. Salm G.Bzn. te Amsterdam, M. A. C. Hartman te Delft, en J. Verheul Dzn. te Rotterdam. Tot Voorzitter werd in de Mei-vergadering met bijna algemeene stemmen gekozen de heer A. Salm G.Bzn. De heer Ed. Cuypers bleef Vice-Voorzitter. en de Commissie voor de Financiën bleef samengesteld uit de Bestuursleden de heeren V. G. A. Bosch, Ed. Cuypers en I. H. J. Van Lunteren. Dat den heer C. Muysken, die 17 jaren lang Voorzitter der Maatschappij geweest is, en in dat tijdsverloop lief en leed met haar gedeeld heeft en haar met zijn talent en zijn tijd steeds ijverig en met gehechtheid gediend heeft, en haar ook financieel steunde, -