Naar inhoud springen

Pagina:Busken Huet, Litterarische fantasiën en kritieken Deel 1 (1868).pdf/44

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

bij welks vertoonen niemand treurt, en de geheele wereld naar huis verlangt.

Pedanterie! Misschien vergden wij, door al het dorre hout in deze tragedie met slechts één woord bijeen te binden, van dat woord meer diensten dan het in staat is te bewijzen; en wanneer wij bedenken dat ons oordeel over Gysbrecht wenscht aangemerkt te worden als het kort begrip van een dat verder reikt en Vondel's geheelen arbeid omvat, dan bekruipt ons den vrees dat deze opvatting van den dichter zal doorgaan voor eene karikatuur van den mensch.

Doch het is nu geen tijd van aarzelen. Vondel was in zijn gemoed en in zijn leven het tegendeel van een pedant; de Gysbrecht is slechts een honderdste deel zijner werken; de Æneïs was niet zijn éénig model; Virgilius niet zijn éénige afgod. Wie loochent deze feiten? Wij allerminst, die geen vonnis opmaken, maar nadenken trachten te wekken en naar de oplossing van een raadsel zoeken.

De Virgilius-dienst is bij Dante eene zelfstandige bezieling geworden; bij Vondel niet. In niet één zijner scheppingen heeft Vondel het keurslijf van het bastaardklassicisme te eenenmale afgelegd. Elk oogenblik is het, of hij voor goed op eigen wieken zal gaan drijven; enm, even als de geboeide arenden in onze diergaarden, zit hij na een vleugelslag drie vier weder aan de oude plaats geketend.

Met dit onderscheid evenwel dat zijne gevangenschap hem dierbaar is. De oude letteren zijn voor hem een boom der kennisse des goeds en kwaads geweest, en dit verklaart den verrassenden afstand tusschen zijne vroegere en zijne latere poëzie. Nooit echter is het hem helder geworden, of heeft hij vermoed, dat hij, door van dien boom te eten, zichzelf een oordeel at.

Vandaar dat zijne wegen en die der Nederlanders reeds bij zijn leven meer en meer uiteen zijn gaan loopen. Men kan slechts gissen, niet bepalen, welke magtige invloed door hem zou uitgeoefend zijn, indien hij te eenemaal een autoschtonisch genie geweest was; hoeveel hij in dat geval zou hebben bijgedragen tot de beschaving zijner landgenooten; tot welke hoogte hij hen en zichzelf zou opgevoerd hebben. En zij, —