Pagina:Correspondance de Guillaume le Taciturne, prince d’Orange, 1857.djvu/364

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

178 - de kamere van de reekeningen, gedaan en gesolemniseert sal werden, en dat tot dien einde alle de edelen verschynen sul- len, vier uit de groote steeden, en twee uit de kleine steeden, elks met haarluider booden agter haar gaande met een swarte mantel, ende de bosse op de borst of mantel, des sullen de edelen en de gedeputeerden van de steeden , die van den hoo- gen en provincialen rade en kamere van reekeningen voor- noemt in den rouwe gaan , met lange rouw-mantelen tot de enklauwen toe ; ende is den dag van de begravinge geraamt op vrydag toekomende, den 27ten deser maand , ten ware de behoeften van de pompe derselver begravinge middelertyd niet gereed soude mogen vallen, in welken gevalle de edelen en steeden van eenen anderen dag sullen werden gead- viseert. De navolgende kleine steeden hebben verklaart dat sylui- den op de begravinge niet en sullen compareeren : te weeten Edam , Monnikendam , Meedenblik , Purmereinde, Muiden , Woerden, Oudewater, Weesp en Schoonhoven....... Alsoo de staaten van Holland noodig bevinden daarin te doen voorsien, dat de behoeften, dienende tot voorderinge van de begraaffenisse ende funeraille van Syne Excellencie, hoogloffelyker memorie, met den eersten moogen werden versogt, volgende de ordre daarop genoomen , hebben de staaten voornoemt bewilligt en geconsenteert dat, tot laste van die van Holland , Zeeland , Vriesland en Utrecht, de heeren hofmeesters van Syne Princelyke Excellencie, en die van synen rade en rekenkamere, of haarluider gecommitteerden, sullen moogen koopen , maken , of doen koopen en maken, alle hetgeene dat behoeft gekogt en gemaakt te wesen tot de eerlyke funeraille en begraaffenisse van Syne voorseide Prin- celyke Excellencie, volgende de ordonnantie en instructie daaraf by de voornoemde heeren staaten gemaakt, en monde- linge gegeeven de voornoemde heeren hofmeesters en raden,