Deze pagina is proefgelezen
PROMETHEUS
DRAMATISCH DICHTSTUK
NAAR
ESCHYLUS
Nec fulminantis magna Jovis manus!
PERSONAADJEN.
PROMETHEUS.
VULCAAN,
DE WRAAKGODIN,
OCEAAN,
IÖ,
MERCURIUS,
REI VAN ZEENIMFEN
VULCAAN,
DE WRAAKGODIN,
OCEAAN,
IÖ,
MERCURIUS,
REI VAN ZEENIMFEN
EERSTE TOONEEL.
DE WRAAKGODIN, VULCAAN, PROMETHEUS.
DE WRAAKGODIN.
Ziedaar dan 't oord bestemd Prometheus straf te tuigen!
Hier leer' de oproerige voor hooger machten buigen!
Vulcaan, ge ontfingt den last van d'oppersten der goôn,
uw vader. 't Is uw plicht hier Themis stouten zoon
te kluistren aan de rots met diamanten boeien,
om in deze eenzaamheid zijn misdrijf te verfoeien.
Hy waagde 't, aan den mensch een godenheilgenot
te schenken : zoek' hy thands verlichting van zijn lot
in menschendankbaarheid ! De elendeling verzaakte
aan godenplicht en rang, u-zelf die 't vuur bewaakte,
der heemlen schat en roem, ten onvergeetbren hoon':
ontfang' hy van uw hand het lang verdiende loon!
Hier leer' de oproerige voor hooger machten buigen!
Vulcaan, ge ontfingt den last van d'oppersten der goôn,
uw vader. 't Is uw plicht hier Themis stouten zoon
te kluistren aan de rots met diamanten boeien,
om in deze eenzaamheid zijn misdrijf te verfoeien.
Hy waagde 't, aan den mensch een godenheilgenot
te schenken : zoek' hy thands verlichting van zijn lot
in menschendankbaarheid ! De elendeling verzaakte
aan godenplicht en rang, u-zelf die 't vuur bewaakte,
der heemlen schat en roem, ten onvergeetbren hoon':
ontfang' hy van uw hand het lang verdiende loon!
VULCAAN.
Godesse, 'k ken den last my door Jupyn gegeven :
vermetel waar' 't en dwaas dien wil te wederstreven.
Gy hebt uw plicht volbracht ; laat, laat de zorg aan my
den mijnen te voldoen. Het treuren staat my vrij,
wanneer 'k veroordeeld ben eens dierbren broeders handen,
de handen van een god te knellen in dees banden.
O al te fiere zoon van Themis! de eigen smart
vermetel waar' 't en dwaas dien wil te wederstreven.
Gy hebt uw plicht volbracht ; laat, laat de zorg aan my
den mijnen te voldoen. Het treuren staat my vrij,
wanneer 'k veroordeeld ben eens dierbren broeders handen,
de handen van een god te knellen in dees banden.
O al te fiere zoon van Themis! de eigen smart