Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/214

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Om Vrijheid — Koningen te moorden,
en smaad te werpen op Gods woorden,
en geen Jehovah meer te ontzien!

Geen Vorsten! Het zijn dwingelanden!
Geen God! ook Hy is een tiran!
Geen plichten met haar slaafsche banden!
De Wijsbegeerte gruwt er van!
Neen! weg met troonen en altaren!
Worde in het bloed der martelaren,
(vermeetle dienaars van hun plicht!)
hun allerlaatste puin verslonden,
en op den bodem, waar zy stonden,
de kerk van Lucifer gesticht!

Gaat! hemelstormers onzer dagen!
poogt op het voorbeeld van uw' Held
op God de zege weg te dragen,
het zij door list dan, of geweld!
't Zij met de wapens in de handen,
waarmee hy God waande aan te randen,
en openlijken oorlog deed!
Of met de slangenhuid omtogen,
die 't eerste menschenpaar bedrogen
en meegesleept heeft in zijn leed!

Gaat! om de Godsdienst uit te roeien,
moet ieder middel dierbaar zijn!
Uw zwaard doe bloedrivieren vloeien!
Uw tong verspreide haar venijn!
Bedwingt de snood verleide volken
met moordschavotten en met dolken,
en wringt den gorgel dicht der deugd!
Of dooft met ijdlen praal van klanken
de Goddelijkste waarheidsspranken
in 't argelooze hart der jeugd!

Veroveringen zult gy maken!
(de Hemel heeft het voorbestemd!)
tot dat de Wreker zal ontwaken,
en d'opstand van Zijn schepping temt!
Die tijden zullen zich vervullen!