Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/348

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Wel! te wapen dan! te paard!
Met het machtig woord des Heeren
eindeloozen krijg verklaard
in den naam, dien we éénig eeren,
(van den God van Israël,
van den God der twee Verbonden,
van den Kruisheld, in wiens wonden
we onze zielsgenezing vonden)
aan de in oproer staande Hel!

Jesus is ons Legerhoofd!
Jesus-zelf ontfing onze eeden!
Al wie in Zijn macht gelooft,
zal met Hem de slang vertreden!
Volgen we onzen leidsman na!
Geen geweld kan ons verneêren,
en geen aanslag kan ons deeren,
en wy zullen triumfeeren!
Gods genade slaat ons gâ.

Als Hy sprak, verstomde 't Al,
't woest geweld van storm en zeeën,
't Pharizeesche wraakgeschal,
en de list der Sadduceën!
In 't bestemde lijdensuur
Heeft Hy, als een lam, gezwegen,
en dat zwijgen heeft Gods zegen
over 't zondig kroost herkregen
der ontgodlijkte natuur!

Wèl dan! waar Zijn wil ons zendt,
spreken, onverschrokken spreken;
waar de wereld Hem ontkent,
hem belijden, onbezweken;
en als alles (moet het) zwicht,
onverwonnen, schuldloos lijden,
in dat lijden ons verblijden,
en het Hem ter glorie wijden:
dit is Christen Ridderplicht!