Deze pagina is proefgelezen
dien morgenpsalm zoo kalmend en zoo goed,
die Geestestaal, ontblootende 't geweten,
en drijvende naar Christus offerbloed.
Neen, nimmermeer (God, onzen God zij de eere!)
die plaats, die kerk, dien stoel, dat huis, dien disch,
dien omgang als in schaduw van den Heere,
die voor het hart èn zout èn balsem is.
En thands! wy gaan. By zegening of smarten
wy laten u, gy ons, dat hart in pand.
Wat zeg ik? neen! de Rotssteen onzer harten, —
in Hem de kracht van onzen zielenband.
Voorts! o Vriendin! terwijl de zangen rijzen,
waarmeê nog steeds door 't zoekende gemoed
de vaste hoop der vroome Paltzerwijzen
van uit den mond uws Echtsvriends wordt begroet,
zag vaak dat uur u op een zoogling starend,
of zwevend om heel 't viertal met uw oog,
en stil uw zucht met Beets gebeden parend,
dier lieven hart als ligten naar omhoog. —
o! Voor hen meê, wie vaak uw huis verkwikte,
stijgt dan uw bede om licht, om kracht, om troost,
naar dat Gods hand èn kruis èn strijd beschikte —
gedenk ook onzer dáár, gedenk ons kroost!
die Geestestaal, ontblootende 't geweten,
en drijvende naar Christus offerbloed.
Neen, nimmermeer (God, onzen God zij de eere!)
die plaats, die kerk, dien stoel, dat huis, dien disch,
dien omgang als in schaduw van den Heere,
die voor het hart èn zout èn balsem is.
En thands! wy gaan. By zegening of smarten
wy laten u, gy ons, dat hart in pand.
Wat zeg ik? neen! de Rotssteen onzer harten, —
in Hem de kracht van onzen zielenband.
Voorts! o Vriendin! terwijl de zangen rijzen,
waarmeê nog steeds door 't zoekende gemoed
de vaste hoop der vroome Paltzerwijzen
van uit den mond uws Echtsvriends wordt begroet,
zag vaak dat uur u op een zoogling starend,
of zwevend om heel 't viertal met uw oog,
en stil uw zucht met Beets gebeden parend,
dier lieven hart als ligten naar omhoog. —
o! Voor hen meê, wie vaak uw huis verkwikte,
stijgt dan uw bede om licht, om kracht, om troost,
naar dat Gods hand èn kruis èn strijd beschikte —
gedenk ook onzer dáár, gedenk ons kroost!
AAN DEN HEER EN MEVROUW
DE MAREZ OYENS-WALLER,
BY HUN KOPEREN BRUILOFT.
Ps. CIII. Openb. XIX : 9.
Ook 't koper heeft zijn glans. Ook 't koper heeft zijn waarde.
Maar 't koopren bruiloftsfeest, waarvoor Gods gunst u spaarde,
voert weldaán u te rug en kostelijker goed,
dan goud of zilver geeft of afbeeldt voor 't gemoed.
't Was echtheil mild vermeerd door ouderlijken zegen, —
't was voorspoed, soms ook smart, rijk aan genadewegen, —
't was 't achtste van een eeuw, maar daarin neêrgeleid
voor beider kostbre ziel het zaad der eeuwigheid!
Maar 't koopren bruiloftsfeest, waarvoor Gods gunst u spaarde,
voert weldaán u te rug en kostelijker goed,
dan goud of zilver geeft of afbeeldt voor 't gemoed.
't Was echtheil mild vermeerd door ouderlijken zegen, —
't was voorspoed, soms ook smart, rijk aan genadewegen, —
't was 't achtste van een eeuw, maar daarin neêrgeleid
voor beider kostbre ziel het zaad der eeuwigheid!
18 Aug. 1847.