Deze pagina is proefgelezen
die Vorst en Volk verbindt, herzien wordt en verzet,
en Voortgang en Behoud hun eisch doen? zal het baten……
zoo Voortgang en Behoud het eens zijn in ’t verlaten
van ’t geen de rotsgrond was, waar Neêrlands Staat mee stond:
het met der Heeren Heer betracht geloofsverbond?
Zal ’t baten? zoo het volk (de kleinen met de grooten)
der Vaadren erfenis laatdunkend blijft verstoten , —
ach! in wat school gevormd, wat leerling opgevoed!
van schriften, druipende van walgend slijk en bloed!
van dagblaân, uitgeleerd in waarheids schijn of lastring,
hun feuilleton gericht op zede- en zielsverbastring, —
van schouwtooneelen, steeds tot lager peil gedaald!
van gruwelen vertoond! van walglijkheên verhaald!
Hoe? is voor ’t lichaam reeds in aanleg, bouw en krachten,
wat in den stroom zijns bloeds de voegdingstoffen brachten
door menging en gehalt bestemmend? zoo onthoud
dan ook des menschen geest geen spijs, die voedt! Geef zout,
geen gif, geef brood, geen dranke, gestookt in helledampen!
Of gaat ook voor ons volk de Tijd niet zwaâr van kampen,
waar de oude geestkracht by ter proef komt? Toont de tijd
voor Staten, klein van rang, zich vriendlijk? Is de nijd
van England uitgedoofd? Gaat Frankrijks hart niet langer,
zoo ver de Rijn zich strekt, van de oude ontwerpen zwanger?
Dat Frankrijk, dat nog steeds van d’ eigen bloedlust zwelt,
’t zij de aandrift Koningen of Hugenooten geldt, —
’t zij in den Barthelsnacht by bruiloftstoortslicht Guise,
of voor ’t Septemberfeest Marat zijn offers kieze!
En slaat ook Duitschland niet op Neêrlands Noordzeezand
den blik bewondrend en belust? en biedt de hand
van broederschap met minder dwang; en vindt het landschap
beminlijk toch! en wenscht den band van stamverwandschap
gehandhaafd op ’t gebied van Spraak, Philosophie,
Muzijk en Wetenschap en Vaart en Industrie;
ja, wil tot d’ Oceaan één zelfde Kunstvereering,
één Duitsche Vaderland, één zelfde Lichtregeering!
Maar in dat Duitschland-zelf wat is er van den nacht,
o Wachter! welk een dag wordt aan de kim gewacht?
en Voortgang en Behoud hun eisch doen? zal het baten……
zoo Voortgang en Behoud het eens zijn in ’t verlaten
van ’t geen de rotsgrond was, waar Neêrlands Staat mee stond:
het met der Heeren Heer betracht geloofsverbond?
Zal ’t baten? zoo het volk (de kleinen met de grooten)
der Vaadren erfenis laatdunkend blijft verstoten , —
ach! in wat school gevormd, wat leerling opgevoed!
van schriften, druipende van walgend slijk en bloed!
van dagblaân, uitgeleerd in waarheids schijn of lastring,
hun feuilleton gericht op zede- en zielsverbastring, —
van schouwtooneelen, steeds tot lager peil gedaald!
van gruwelen vertoond! van walglijkheên verhaald!
Hoe? is voor ’t lichaam reeds in aanleg, bouw en krachten,
wat in den stroom zijns bloeds de voegdingstoffen brachten
door menging en gehalt bestemmend? zoo onthoud
dan ook des menschen geest geen spijs, die voedt! Geef zout,
geen gif, geef brood, geen dranke, gestookt in helledampen!
Of gaat ook voor ons volk de Tijd niet zwaâr van kampen,
waar de oude geestkracht by ter proef komt? Toont de tijd
voor Staten, klein van rang, zich vriendlijk? Is de nijd
van England uitgedoofd? Gaat Frankrijks hart niet langer,
zoo ver de Rijn zich strekt, van de oude ontwerpen zwanger?
Dat Frankrijk, dat nog steeds van d’ eigen bloedlust zwelt,
’t zij de aandrift Koningen of Hugenooten geldt, —
’t zij in den Barthelsnacht by bruiloftstoortslicht Guise,
of voor ’t Septemberfeest Marat zijn offers kieze!
En slaat ook Duitschland niet op Neêrlands Noordzeezand
den blik bewondrend en belust? en biedt de hand
van broederschap met minder dwang; en vindt het landschap
beminlijk toch! en wenscht den band van stamverwandschap
gehandhaafd op ’t gebied van Spraak, Philosophie,
Muzijk en Wetenschap en Vaart en Industrie;
ja, wil tot d’ Oceaan één zelfde Kunstvereering,
één Duitsche Vaderland, één zelfde Lichtregeering!
Maar in dat Duitschland-zelf wat is er van den nacht,
o Wachter! welk een dag wordt aan de kim gewacht?
Neen! de eeuwen zijn niet meer, toen Zendeling en Herder
in daaglijks lijfsgevaar zijns Konings rijk steeds verder
in daaglijks lijfsgevaar zijns Konings rijk steeds verder