Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/69

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Maar tot uw broeder wendt hy dus zijn sombre reên,
zijn naam herhalend met een zucht : „Gy hebt den zegen
„der Goden voor dees tocht ontwijfelbaar verkregen,
„en onvergankbre roem wacht u by 't nageslacht,
„wiens onberaden toorn een vreemde legermacht
„dorst waapnen tegen 't land, wiens schoot uw eerste dagen
„gekoesterd heeft. Wat straf moet niet de snoodaart dragen,
„die aan eens moeders lijf een gruwbre hand durft slaan ?
„ En gy, gy randt uw stad in 't dwaas vertrouwen aan,
„dat ze u, die haar verried, niet eindeloos zal haten !
„Voor my; ik vlieg ten strijd en wacht mijn lot, gelaten,
„schoon de aard, die 'k thands betreed, weldra mijn graf zal zijn.
„Men vreest geen sterven met een hart, gelijk het mijn' !"
Hy spreekt en schudt het schild, waarop geen beelden schittren,
noch woorden, die den haat door ijdlen trots verbittren.
Hem leert het vruchtbre brein, waar immer wijsheid bloeit,
en 't van gepasten raad en deugden overvloeit,
onwankelbaren moed met zedigheid te paren.
Om tegen dezen held den ingang te bewaren,
wordt vroomheid van gemoed vereischt by leeuwenkracht.
Want vreesselijk is hy, die deugd en Godsdienst acht.....
Maar voor de laatste poort staat, razende op dees wallen,
uw eigen broeder, Vorst ! gereed haar aan te vallen,
en boezemt in een kreet den wensch der wraakzucht uit.
Verwinnaar van dees vest, door 't schaterend geluid
der zegezangen van zijn krijgsvolk reeds gehuldigd
als meester van een rijk, hem sedert lang verschuldigd,
hoopt hy u-zelv' in 't end te ontmoeten op den wal,
door u verslagen u te sleepen in zijn val ;
of, doet ook daar het zwaard hem overwinnaar blijven,
u juichend op zijn beurt in ballingschap te drijven,
met al den smaad belaân, eens door hem-zelv' geleên.
Hiertoe stort hy den Goôn onafgebroken beên.
Zoo woedt hy, en treedt voort. Men hoort het koper klinken,
op wiens bewerkten grond twee gouden beelden blinken ,
een jonge vrouw, wier hand eens krijgsmans schreên geleidt,
ten strijde toegerust, verbeeldt Rechtvaardigheid,
en schijnt het randschrift van den beuklaar uit te spreken :
IK-ZELV', IK VOER HEM WEER IN DE OUDERLIJKE STREKEN,
DEES DAG IS 'T DIE HEM STAD EN KROON HERWINNEN ZAL.