Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/725

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

GELUKWENSCH
AAN
MEESTERS EN ARBEIDERS
TER DRUKKERIJ OP HET SPAARNE,
MET HET „IMPRIMATUR” OP HET LAATSTE BLAD DER KOMPLEETE DICHTWERKEN VAN BILDERDIJK,
DOOR

EEN CORRECTOR.

Von der Stirne heiss
Rinnen muss der Schweiss,

Soll das Werk der Meister loben;
Doch der Segen kommt von Oben.

DAS LIED VON DER GLOCKE.


IJvrig, lustig, onverdroten
werd een Klok ook hier gegoten —
’t oude Spaarne weet er van, —
onder ’t dak van Kruseman;

klok, niet uit metaal geboren,
die van op den slanken toren
galmend, bommend, wijd en zijd
orde en stem geeft aan den Tijd; —

neen, gesmeed uit dunne bladen
(wie ter wereld zou het raden?)
zonder stoom en zonder vier
uit met inkt gedrenkt papier.

’t Kostte weken, maanden, jaren,
een wy d’ arbeid kosten klaren; —
’t kostte zwoegen, zorg en zweet; —
eindlijk kwam het werk gereed.

Corrigeeren, revideeren,
langs de spoorlijn gaan en keeren,
onder kruisband met de post! —
eindlijk zijn wy afgelost.

Neen! Zie daar ons, als zijn leven,
nog een boos Erraat verbleven
dat zich schuil hield in een hoek
tot na d’ afdruk van het boek!