tische opvatting der geschiedenis en haar bizondere toepassing op den modernen klassenstrijd tusschen proletariaat en bourgeoisie was slechts mogelijk door middel van de dialectiek. En wanneer de schoolmeesters der duitsche bourgeoisie de herinnering aan de groote duitsche wijsgeeren en de door hen gedragen dialectiek gesmoord hebben in den modder van een dor eclecticisme, zoozeer dat wij genoodzaakt zijn de moderne natuurwetenschap te hulp te roepen als getuige voor de bevestiging der dialectiek in de werkelijkheid — wij duitsche socialisten zijn er trotsch op dat wij afstammen niet alleen van Saint Simon, Fourier en Owen, maar ook van Kant, Fichte en Hegel.
Londen. 21 September 1882.
waren daarbij de ontwikkelde economische en politieke toestanden van Engeland en Frankrijk. De, in den aanvang der veertiger jaren nog veel meer dan tegenwoordig, achterlijke economische en politieke ontwikkelingstrap van Duitschland kon hoogstens socialistische caricaturen voortbrengen (zie Kommunistisch Manifest III, i, c.: "Het duitsche of ware socialisme"). Eerst toen de in Engeland en Frankrijk ontstane economische en politieke toestanden aan de duitsch-dialectische kritiek onderworpen werden, eerst toen kon een werkelijk resultaat verkregen worden. Van dien kant beschouwd is dus het wetenschappelijk socialisme geen uitsluitend duitsch, maar evenzeer een internationaal product.