Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/114

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 106 )

en wij hadden als vreemdelingen behoefte aan toe- spraak, en elk nieuws uit Barneveld zou ons welkom ge- weest zijn, al ware het uit de dagen van ’s mans kindsheid , of uit de overleveringen zijner vaderen. Wij beprocfden dus nog een’ derden weg, die eenvoudig en zeker het ge- sprek tusschen dooven en hoorenden gaande houdt. Wij lieten hem vragen, en nu konden wij met onze hoofden en handen bevestigend of ontkennend antwoorden, waardoor wij dan eindelijk een goede herberg en kostelijk avondeten kregen. Ook den steunenden kastelein konden wij op dien avond niet lastig vallen, maar begaven ons, na ons a- vondeten, terwijl de maan liefelijk scheen, nog op eene kleine wandeling door het bekoorlijke Veluw-dorp. Wij konden ons niet genoeg verwonderen over die menigte van straten en in dezelve dat groot getal van deftige huizen, over dit bevallige dorp in zulk een heerlijk oord, en toch in het midden eener zoo onmetelijk heide gelegen. Ook raden wij den lezer Barneveld zelf in oo- genschouw te nemen; wij kunnen hem bijna wel verzeke- ren, dat hij zijne moeite dubbel beloond zal vinden. Zooveel hadden wij reeds bij den avond gezien, dat, indien men eene plaats wenscht te bezigtigen, waar men eene af- wisseling van kostbare graanvelden ‚ uitgestrekte bosschen en welbebouwde woningen in een kort bestek wenscht te overzien, Barneveld daartoe de veelvuldigste afwisselingen van natuur en kunst aanbiedt.

De schoone morgenstond noodigde ons den anderen dag uit, om niet te lang ons verder plan tusschen de vier wan- den te overdenken; maar liever onze wandeling naar het merkwaardige van het schoone dorp te beginnen.

Buiten gekomen lazen wij aan den gevel van ons logement het berigt van eene verkooping van tienden in het Stichtsche Hoevelaken, waarop de namen de Hooge hof, Nieuwe hof,