Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/18

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 10 )

Gelder en Zutphen dezelfde voorrvegten aan de steden schonk als floris v in Holland, vermeerderde vooral den bloei dier steden, welke de Veluwe als een krans om- geven. Daardoor kwamen er, bij den opkomenden handel, voorname en meer bezochte landwegen, die sommige dor- pen menig voordeel van vervoer verschaften. De geërfden, erfgenamen of geëerden onder de landgemeenten, werden ook minder afhankelijk van hunne Heeren. Men droeg bijzondere zorg om die landen te bebouwen, welke door de natuur meer beschut waren, of men zocht ze door wallen en struikgewassen tegen het afweiden van het grove wild te beveiligen, zoodra men meerdere vruchten van eigene vlijt en werkzaamheid mogt plukken. Men noemde dan een afgeperkt weiland, een Brink of beringde plaats, een welbeschut korenveld eener gemeente, een eng, van het beëngen of in een eng perk omsluiten, welke namen nog aan deze verschillende landerijen gegeven worden en me- de aan eenige bijzondere huizen gebleven zijn. Het kan zijn, dat op sommige plaatsen die Brinken in oude tijden mede tot geregtsplaatsen gediend hebben, gelijk men op andere plaatsen onder een’ boom, of ook, in eene rond- uitgegravene diepte op het heideveld, zamen kwam. Toen men aan de geestelijken tienden moest opbrengen, kwamen de geërfden daartoe in een vertrek der kerk bijeen, dat van daar den naam van gerf- of geërfde kamer ontvangen heeft. Deze bijeenkomsten zijn op sommige plaatsen tot on- zen tijd gebleven, op anderen heeft men die nog voor eenige jaren in de opene lucht gehouden. Bij de opkomst der gemeenten en de minder slaafsche onderwerping der geërf- den, besloten zij zelve om merkmeesters, op andere plaatsen maalmannen, te kiezen, die de doelen der dorpen, de afperkingen der engen en brinken, de verdeelingen der onbebouwde heidegronden en de gemeente opbrengsten,