Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/27

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
 

2.

 

Ons Reisplan.

 

 

Wen unser eins auf reisen geht,
so kan er was erzählen.
ASMUS.

 

Van onze kindschheid af aan waren onze wandelingen wel het meest langs den fluweelen zoom van het heerlijk Veluw-landschap, naar een’ der schoone lusthoven gerigt , om daar, met zoo vele vreeemdelingen, allen rijkdom van afwisselende vergezigten, alle sierlijkheid van bevalligen aanleg, en al de levendigheid, als ‘de ruischende water- vallen en springende fonteinen het oog kunnen verschaffen , te genieten. Nimmer echter waren wij verder gekomen. Daar achter lag, in onze oogen, een land van eeuwige hei- den, onafzienbare zandwoestijen, en ontzaggelijke bos- schen. Dat alles maakte, ofschoon de verbeelding er dan ook al hier en daar een vriendelijk dorp, als eene lieflijke oase tusschen teekende, geen’ zoo sterken indruk op ‘ons, dat wij begeerig waren om dit landschap, of geheel, of gedeeltelijk, op een voetreisje eens in oogenschouw te nemen.