132 AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK VI
verscheen ook Het oude Pharizeisme en het hedendaagsche Separatisme, onderling vergeleken door CHRISTIANUS SINCERUS.
Mr Johan Schrassert’s geschrift werd opnieuw te Groningen bij J. Rameling 1836 uit- gegeven. Ds J. Bosch heeft daarop niet de aandacht gevestigd; zoo zou men zich kunnen vergissen en denken dat het eerst in 1836 verschenen is; dit bedenke men bij de lezing van dit geschriftje. Het meerendeel van deze pamfletten voor en tegen verscheen in 't Noorden des lands en vooral in de academiestad Groningen. Zoo ook: Yn gesprek tusschen Pyteroom oetverkoren en Paul op ine avondversiete, over het Riek der Waarhaid (op riem) deur Paul zolf beschreven.
Bij Johannes Proost te Leeuwarden verscheen 1834: En Grunniger roeker. Ook al over de Kockerij op de Groote Hofstede. Zinspelingen op de namen van de beide tegenstanders,
Een venijnig geschriftje wordt het volgende door ds J. Bosch genoemd: Korte Scheikundige beschouwingen der Cockine (een allegorische voorstelling) door E. B. beoefenaar der scheikunde.
De noot op biz. 155 van Om Waarheid en Recht kan eenigszins verwarrend werken, wijl: De uitnoodiging in een brief gedaan aan een gezelschap Gereformeerde waar- heidsvrienden, door iemand die het in waarheid op de waarheid gezet heeft, Leeuwarden, Johannes Proost 1834, daar geteld wordt onder de geschriften die instemming be- tuigen van de zijde der vrienden van De Cock. Men vgl. voorberigt van’t Omstandig verhaal door J. S. FABER ¢ ‘lessum en J. MEYERING fe Leeuwarden ; zie boven.
De Cock’s voorbeeld met open vizier te schrijven werd door zijn vrienden gevolgd. We zagen, dat Faber en Meyering hun anonymiteit opgaven. Dit deden ook J. A. Smeedes en R. J. Veeninga bij den tweeden druk van hun Bescheiden vraag, in het belang der waarheid gedaan aan P. Hofstede de Groot, Assen, C. van Gorcum, 1834.
�