DE COCK ALS JONG PREDIKANT GEESTESKIND DER EEUW 141
Augustinus wist welke de kracht was van het manicheisme ; het had hem z00 lang geboeid en gebonden, daarom was hij de aangewezen man en de z00 wel toegeruste strijder om dat te bestrijden.
Luther was een trouw zoon van Rome geweest bijna zonder wederga. Indien één de zaligheid had kunnen verwerven in gehoorzaamheid aan de kerk en de vervulling harer plichten, ook in vasten en geween, dan hij, daarom was mede hij de verkorene van God om te roepen tot reformatie. Hij kende de kracht van het verderf door hem bestreden. De liefde sloeg om, niet in haat, maar in ijver tegen wat hem zoo lang had gehouden in dienstbaarheid.
Mede daaruit moet in de reformatoren verklaard worden de gloeiende taal waarmede zij spraken van wat zij hadden leeren liefhebben en van wat zij hadden leeren verfoeien. Niemand had zddveel liefde in het onderhouden der wet betoond onder de leerlingen van Gamaliél, niemand 266 geijverd voor de voorvaderlijke inzettingen, dan Saulus van Tarsen, doch toen Jezus Christus zich aan hem had geopenbaard en het Saul, Saul wat vervolgt gij mij’, den als een wild dier razende het hart doorboorde en zoo diep en smartelijk wondde, en Christus het licht der wereld daarin scheen, toen werd hem van den hemel gezegd, dat hij den Heere een uitverkoren vat was om de waarheid te prediken der gansche wereld. Saulus, ontslagen van de banden en boeien, rijk en zalig in de genieting van de vrijheid der kinderen Gods, haastte zich te getuigen tegen, te getuigen voor, te getuigen van en met een kracht zonder weerga, wijl vol des Heiligen Geestes. Het is alsof hij soms nog de pijn voelt van de knelling waarmede de inzettingen der wet hem hadden gedrukt en gepijnigd, en dien last weer als bij vernieuwing afschuddende werd hij verteerd door ijver om anderen dezelide vrijheid te doen smaken in Christus, welke hij genoot. De afstand tusschen het eertijds en nu was zoo groot!
Laat ik mij 200 uitdrukken: Paulus kende uit ervaring de ongemeene kracht der dwaling, die hij nu moest bestrijden. Ds Hendrik de Cock kende de kracht der dwaling die hij als zoodanig had leeren kennen ; hij was zalf een eerlijk en trouw dienaar geweest van den tijdgeest, heerschend op den kansel en in heel het kerkelijk leven zijner dagen. Naar dat hij de kracht der gereformeerde waarheid had leeren verstaan, werd hij gesteld in de ruimte, al was het dat hij gevangen werd gehouden, en hij verblijdde zich in zijn Heiland, al waren er ook zeer vele redenen die hem in den winter van '34 op ’35 zeer droef te moede hadden kunnen stemmen.
Echter ook hierin hield God een zelfden weg met den jongen Hendrik, als met een Saulus en Augustinus, Luther en andere reformatoren, dat hij hem deed geboren worden uit alleszins godsdienstige ouders; dat hij van der jeugd af werd bewaard voor een leven der liederlijkheid, al was het dat hij als jongeling en student leefde gelijk dat gewoonte was onder �