160 DE COCK ALS JONG PREDIKANT GEESTESKIND DER EEUW immer zoo ver in de wereld komen zou, niet waar? Des avonds bezagen we nog eens de stad, bezochtten de bank en begaven ons na het soupé, ter ruste. Dingsdag morgen stonden wij te 5 uren op, gebruikten in onze nuchteren magen de beroemde Akensche wateren, gingen voorts naar den Lansberg, de hoogste bij Aken en keerdden omstreeks 7 uren naar ons Logement terug om te ontbijten. Het schone van dat land, hoop ik u nader mondeling te beschrijven. Na het ontbijt hoorden wij de muzijk die aan de wateren gemaakt wordt, zagen den fontein op de markt, zagen de markt en de comoedie, waarvan vooral de laatste brillant is, en daarna de kerken. Wij zagen er 3. Twee oppervlakkig, maar de Munsterkerk nauwkeurig. Zij heeft veele merkwaardigheden, een zilveren predikstoel, onderscheiden graftomben, veel inwendige pragt, schilderstukken van de uitmuntendste meesters etc. etc., 't welk ik u alles nader mondeling hoop te verhalen. Des middags dineerden wij aan een tafel van 36 personen, en na het eeten gingen wij naar Botschet, een zeer bezocht en vermaard stadje, een quartier uurs van Aken, waar voornamelijk de minerale badwateren zijn, daar dronken wij een kop koffy, gingen toen naar Tetsenburg, even buiten Aken, waar de bank ook speelt en gingen daarna met den Heer Daaran 22) en deszelfs famille, een bekende van Christoph, een controleur, naar de comoedi, en zagen daar spelen de toorenfluit. De Heer Daaran verzocht ons den volgenden dag ten eeten en wij dat aangenomen, met hem in ons logement gesoupeerd hebbende vleidden ons ter rustte. - Woensdag morgen stonden wij te 6 uren op, ontbeeten met verstand en begonnen nu onze terugreis. Eerst gingen wij op Vaalte een uur van Aken en dineerden daar bij Darren 23) in een aardig gezelschap en ver- trokken des namiddags te 3¹/2 uur met de post naar Maastricht, waar wij om 7 uur aankwamen. Wij logeerden daar in de Windland bij Mevr. Van Halen, waar gewoonlijk ook onse prinzen logeeren, dus goed ge- noeg niet waar Lieve? Wij bezagen nog dienzelfden avond de stad, die net en fraai en florisant is; wij soupeerdden en leidden ons ter rustte. Donderdag stonden wij te 5 uren op en gingen naar de St. Pietersberg, een berg die geheel en al uitgehold is, doordien men de steenklompen daaruit haalt en gebruikt tot bouwstof. Ik geloof dat wij daar met 2 geleiders wel een uur in hebben rondgedwaald. Wij kwamen daar onder anderen ook aan eene plaats waar tevoren iemand verdwaald geraakt zijnde, van honger gestorven was, en aan een steen in het gewelf die onophoudelijk druiptte. Bij onze terugkeering zagen wij de St. Nicolaas- kerk en de St. Servaaskerk, de beroemdste uit Maasticht en vertrokken uit die stad omstreeks 10 uren naar Meersen, waar wij bij den Emeritus predikant Guichart, 24) familie van de Groninger Guicharten familiariter aten en van daar marcheerden wij naar Stevenswaart en maakten alzoo dien dag 7 uren te voet. Donderdag morgen om 5 uren opgestaan, om 9 uren marcheerden wij naar Rurmond 3 uren van hier en vonden de famille der Begemans aan de koffy. Na het eten gingen wij wandelen naar Zwalmen, dronken
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/196
Uiterlijk