Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/231

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

DE CRISIS IN HET LEVEN VAN DE COCK EN ZIJNE VROUW 191 en verbreid werd omtrent den inhoud zijner prediking. De onzinnigste verhalen deden de rondte, vooral verspreid door afgunstige predikanten uit den omtrek. Velen hoorden hem echter gaarne. Ook waren er van de predikanten die hem zelf verzochten voor hen een liefdebeurt te vervullen; anderen trachtten dit te voorkomen; maar dan bleek de kerkeraad wel eens de sterkste te zijn. De gemeente van Niezijl was vacant in het jaar '32; de consulent wilde De Cock beletten, daar te preeken en wendde zich zelfs, naar de overlevering vermeldt, tot den gouverneur, opdat de prediking van De Cock zou worden verhinderd. Dat was niet erg collegiaal! Zeker, de consulent heeft in zekeren zin te beschikken" over den kansel, maar waarom de ambtsbroeder van hooger hand te beletten een beurt in de vacature van Niezijl te vervullen? Wel, De Cock was daar geen onbe- kende, getuige ook de buitengewone toevloed bij de vervulling dezer liefdebeurten. In een blauwboekje zijn deze liefdebeurten belasterd ge- worden op ergerlijke wijze. Volgens den Schrijver waarde de uil in den nacht rond en wierp zijn vuil uit en schoot op zijn prooi. Ook handelt de ,,nachtuil-schrijver" over de groote schade in deze beurten aan de kerk- gebouwen toegebracht, wijl ladders tegen de muren werden gezet en zelfs glasruiten uitgebroken. Hij moge wat overdreven hebben, zeker is dat De Cock in deze dorpen geen onbekende was. Getuige een brief, die van eenigszins belangrijken inhoud is, uit hoofde van zijn vroegen datum. Ds J. van der Helm van Niekerk, schreef d.d. 18 Nov. 1831 aan De Cock ⁹): Weleerw. Heer en Medebr.! Mij is ter oore gekomen, dat UE, daartoe uitgenoodigd zich in mijne Gemeente hebt begeven bij den Schoolonderwijzer W. Pietersen, en aldaar hebt gedaan, wat den Pastor Loci behoort; of zulks in waarheid bestaat, zal UE zelve het beste weten; zoo ja, moet ik dan zoo iets aan volslagene onkunde omtrent kerkelijke verordeningen toekennen. Welnu, dan zij UE zulks vergeven, en dan twijfel ik ook niet, of UE zal zich in 't vervolg van alles, wat mijne Gemeente betreft, onthouden. Doch zoo het onverhoopt mogte gebeuren, dat UE het werk van Pastor Loci, zooals verleden jaar ook alreeds heeft plaats gehad weder in mijne Gemeente mogt komen waar te nemen, of in de Uwe, door onderwijs in den Godsdienst te geven aan dezulken, die tot de mijne behoren, dan zal ik dat moeten aanmerken uit een ander beginsel, als onkunde, voort te vloeijen, en mij daardoor in de onaangename noodzakelijkheid ge- bragt vinden, om mij over UE te beklagen bij het Clas. Bestuur van Middelstum.