Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
15
BRONNEN


korter leven mochten genieten. De Stem hield het niet lang uit! Evenmin als andere bladen, die niet meer bestaan en weinig genoemd worden en die toch van geen geringe waarde zijn voor de geschiedvorsching. Gelukkig dat ze niet geheel zijn weggevoerd door den stroom des tijds, maar zijn geborgen in de bibliotheek van de School te Kampen.
Naast De Bazuin moet ik ook wijzen op gewestelijke en plaatselijke bladen die bijna zonder uitzondering in hun kolommen vervolgstukken hebben opgenomen over de geschiedenis van de kerken in het gewest of ook meer in het bizonder die van eene of andere moederkerk. Als ik het Gereformeerd Kerkblad voor Drente en Overijssel noem, dan bedoel ik daarmede niet dat er in andere kerkbodes minder degelijk materiaal zou zijn te vinden, maar alleen eene proeve te geven van de degelijke wijze waarop in de kerkelijke pers is geschreven over eigen historie. Met jaloerschheid worden de nummers bewaard waarin Dievers herder, ds H. A. Dijkstra, aanving zijn schetsen te schrijven met het eerste onder den titel: Geestelijk ontwaken in Drente. Naast deze kerkbode noem ik nog de Geldersche, waarin veel is medegedeeld dat voor een groot deel werd geput uit de mondelinge overlevering. Wilt ge dat ik nog kerkelijke bladen noem naast de tegenwoordige Reformatie, die het gansche kerkelijk Gereformeerd Nederland bestrijkt, dan herinner ik aan gewestelijke bladen als de Friesche Kerkbode, de Groninger, en aan een als die voor Leiden en omstreken, plaatselijke, van Apeldoorn, den Helder, enz. Door deze te noemen bedoel ik alleen de aandacht te vestigen met allen aandrang op onze kerkbodes, die zooveel bevatten dat onmogelijk een plaats kon krijgen in werken die de geschiedenis onzer kerken meer in haar geheel beschreven. 21)
Naast dit materiaal haast ik mij te wijzen op Het Jaarboekje voor de Gereformeerde kerken in Nederland, te Enkhuizen bij P. van der Sluys Jr. Wij kunnen níet genoeg op prijs stellen dat eene complete verzameling daarvan te Kampen berust, misschien ook nog elders en men beware die zorgvuldig of brenge die nog liever aan de markt als geheel opdat een publieke boekerij haar in bezit moge verkrijgen. De necrologie, in het bizonder in dit Jaarboekje, en dit geldt ook nog eenigermate van die in het tegenwoordige Jaarboek, leidt vaak terug naar den tijd van het ontstaan onzer kerkgemeenschap en biedt niet weinig tot betere kennis van hoe de „opleiding” geschiedde tot op den tijd van de stichting der Theologische School.
Hoewel van anderen aard, komt toch eenigermate met het karakter der stof opgehoopt in Kerkbodes en Jaarboekjes — ik denk nog aan plaatselijke jaarboekjes als dat van den Haag  22) — overeen, wat gegeven is in de beschrijving van afzonderlijke plaatselijke kerken, ten voorbeeld noem ik: Een bladzijde uit de Geschiedenis van de Gereformeerde Kerken — Vuren — Herwijnen — Ommeren — Tiel, 1835—1853 door dr G. Keizer,