Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/356

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

DE COCK AANGEKLAAGD aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken te doen toekomen afschrift eener bij hem ingekomene missive van den heer pre- dikant A. P. A. du Cloux, predikant der Hervormde Gemeente te Vier- huizen, d.d. 23 Oct. j.l., die als lid van den kring Leens op Zondag den 26 dezer den predikdienst in de gemeente Ulrum moet waarnemen en nog onbekend was met den maatregel door hem genomen". Du Cloux heeft een dubbelen slag geslagen. 304 De Gouverneur toch had reeds zijn maatregelen genomen tot hand- having van de orde bij het eventueel optreden op Zondag 26 Oct. van ds Du Cloux. Hij toch had tot de burgemeesters der aan Ulrum gren- zende gemeenten een aanschrijving gericht veldwachters voor dien Zondag naar Ulrum te zenden; en voorts een verzoek gericht tot den Commandant van Groningen op dien Zaterdag een compagnie infanterie naar Ulrum te detacheeren. De Gouverneur zond deze missive, opdat de minister zoude mogen inzien dat de genomen maatregelen ter beveiliging van personen en eigendommen te Ulrum volstrekt noodzakelijk waren; te meer daar de brief van Du Cloux hem ,in zijn meening had bevestigd dat de meer- dere stoutheid en opgewondenheid der aanhangers van De Cock moet worden toegeschreven aan de verzetting en opruiïng der gemoederen door den predikant Scholte". "" Zijne Excellentie neemt dan de vrijheid de aandacht van den minister in het bizonder op dezen persoon te vestigen, wiens komst in deze pro- vincie al het aanzien heeft eener zending en welligt in verband staat met uitgebreider plans". "¹)