Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/415

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

DE COCK ACTIEF, HOEWEL GESCHORST 355


van Prof. Hofstede de Groot, ’t geen mij voorkomt al zeer bijzonder listig te zijn geschreven en veel kwaad te doen. In ’t zelve vind ik vermeld, dat Brouwer en Reddingius in Friesland geëxamineerd zijnde, aan de Dordsche Leerregels niet gebonden waren, doordien het Formulier van ondertee- kening door de Synode van Dordrecht vastgesteld, in Friesland nooit in gebruik is geweest. Gaarne zoude ik een nauwkeurig exemplaar hebben van het Formulier van onderteekening, dat tot 1816 toe in Friesland in gebruik geweest is, en zal daartoe eenige moeite aanwenden. Ik gevoel echter, dat men voorzichtig zal moeten zijn in de keuze der middelen om het te krijgen, daar bijaldien het tegen de vijanden getuigde, het wellicht bij het afschrijven VERVALSCHT zoude kunnen worden. Mocht Uw WEw. door een OPRECHT vriend in de gelegenheid zijn, eene copy van dit for- mulier van onderteekening te krijgen, neem ik de vrijheid mij in uwe gunst aan te bevelen!” (lk cursiveer, K.)

De veronderstelling, dat de vijanden van de gereformeerde leer, uitgedrukt in de Leerregels van Dordrecht, in staat zouden kunnen zijn het For- mulier van onderteekening te vervalschen, werpt een zeer scherp licht op de gesteldheid der geesten in dien fel bewogen tijd en verklaart ons, 1 da avamalaran ziinar ! de exemplaren zijner uitgaven te teekenen met zijn hand en hoe dit navolgìng vond bij zijn eenvoudige aanhangers.

Mocht Van Hogendorp denken aan zulke kwade trouw? Maakte deze gereformeerde edelman zich niet schuldig aan een onverhoord en licht- vaardig oordeelen? Mijn antwoord zij indirect! Wat te denken van de geestesgesteldheid dier dagen en van een tijd, waarin het hoofd van de Groninger school, de ziel van Waarheid en liefde, de onjuistheid zijner mededeelingen met betrekking tot zijn pogingen zijn opvolger en vroegeren academievriend op zijn heilloozen weg te doen stilstaan en ommekeeren, na daarop te zijn gewezen, toch nog handhaaft in mededeelingen twee- maal foutief door hem gedaan; waarin hij durft insinueeren, ook tegen beter weten in, dat die uitgaven van De Cock dezen wel een zoet winstje zuilen hebben opgeleverd, terwijl De Cock bleek àlles veil te hebben voor zijn beginsel, terwijl hij De Cock kende als een eerlijk man; een tijd, waarin de schrijver van een befaamd blauwboekje en de berichtgever onder de bedekking van anonymiteit, aan een buitenlander de eene onjuiste voor- stelling van zaken na de andere geeft met groote vooringenomenheid, en daaraan nog de onwaarheid toevoegt, dat De Cock en zijne met min- achting gedisqualificeerde medestanders een heirleger van blauwboekjes schreven !

Wil men weten wie blauwboekjes schreef? Men sla dr W.P. C. Knuttels catalogus van de pamfletten-verzameling op en leze de aan- teekening op no. 27178, Openlijk Protest tegen zeker blauw Boekje uit-

en an Ia

Da Caale stak Aan laat ssl me waarom De Cock zich den last winde getroosten â