Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/545

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

CONDITIONEEL VEROORDEELD DOOR DE SYNODE 477 Overwegende dat het Provinciaal Kerkbestuur van Groningen, het Strafmiddel der geheele afzetting van den dienst niet onverwijld en ten allereerste had behooren toe te passen, - Willende tevens ook in het onderhavige geval, het ondubbelzinnigste blijk geven, zoo van hare zucht tot onverbrekelijke handhaving van wet en orde in de Nederlandsche Hervormde Kerk, als van hare Christelijke zachtmoedigheid en lankmoedigheid, Beslissende in het laatste ressort En reformerende de uitspraak van het provinciaal Kerkbestuur van Groningen Verleent den Heer Hendrik de Cock, thans gesuspendeerd predikant te Ulrum, den tijd van een half jaar van heden af, om aan het provin- ciaal Kerkbestuur van Groningen, zijn berouw en leedwezen te doen blijken, wegens het bedrijf, waaraan, als moetende leiden tot verstooring van de orde en eendragt in de Nederlandsche Hervormde Kerk, hij schuldig is verklaard, ter zake van de uitgave van het werkje getiteld, De Evangelische gezangen getoetst enz. door Jacobus Klok enz. en het plaatsen eener aanprijzende voorrede voor hetzelve, en om tevens bij hetzelve Kerkbestuur, plegtiglijk af te leggen en te onderteekenen de be- lofte, dat hij zich nu voortaan zoo in het openbaar als in het byzonder stiptelijk zal gedragen naar al de bestaande kerkelijke reglementen en verordeningen; zullende bij gebreke hiervan, na verloop van genoemden tijd, het provinciaal Kerkbestuur van Groningen geautoriseerd zijn, hem, namens de Algemeene Synode van zijnen dienst als Predikant in de Nederlandsche Hervormde Kerk geheel af te zetten, En verwijst de Synode den Appellant Hendrik de Cock in de kosten ter zake zijner procedure bij het Provinciaal Kerkbestuur van Groningen gevallen. En zal het afschrift dezer Synodale uitspraak gezonden worden, aan het provinciaal Kerkbestuur van Groningen, aan het classikaal bestuur van Middelstum, aan den Kerkeraad der Hervormde gemeente te Ulrum en aan den Appellant Hendrik de Cock. Gelijk afschrift met een ge- leidende missive tot kennisgeving zal gezonden worden, aan Zijne Excellentie den Heere Minister van Staat, belast met de zaken der Her- vormde Kerk. - Aldus gedaan en uitgesproken in onze Vergadering te 's Gravenhage den 16 Julij 1834, tegenwoordig al de leden ter beoordeeling in dezen bevoegd. De Algemeene Synode voornoemd H. H. Donker Curtius I. J. Dermout President Secretaris