Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/558

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

488 POGINGEN TOT HERSTEL IN HET AMBT Waarde Cock. Daar ik deze brief van Avond in gezondheid met de onzen mogte ontvangen Zoo stuur ik dezelfde in de hoop en verwagten dat gij hier zaturavond weer te huis zult komen zoo Teken ik mij U lief hebbende Vrouw F. de Cock in haast. In dezen zelfden tijd wendden zich de leden van den kerkeraad en eenige notabele ingezetenen uit naam van vele ingezetenen der gemeente Ulrum tot het collegie van toezicht in de provincie Groningen. Uit dit schrijven blijkt, dat zij zich geroepen voelen : zich bezwaard achtende over de kerkvoogden der Gemeente, om hen tot hunnen wettigen pligt te brengen en tot de billijkheid en redelijkheid te vermanen. Geheel en al handelende, niet naar de begeerte der ge- meente, maar daartegen, en naar het goeddunken hunner harten, hebben zij in eenige jaren geen stemming van kerkvoogden laten houden, maar begeerig naar een voortdurend gebied, 't welk niet zonder achterdocht is, en daarop steunende, dat zij tegen de godvreezenden de hulp der wereld hebben, die dezen met hen haten, hebben zij reeds sedert meer dan twee jaren aangehouden als derde kerkvoogd, eenen die in ver- armde omstandigheden, buiten deze gemeente woont, die onder den eenen kerkvoogd schier volstrekt gezeten is, en diezelve betuigd heeft wel, dat hij aan al hunne handelingen geen part of deel had en alzoo nul in het cijferen was, gelijk ook voor de geheele wereld wel zichtbaar is. Voor den verwer dezer Gemeente, die tevoren het kerkewerk deed, omdat hij Gereformeerd denkt en lid des kerkeraads is, gebruiken zij nu en hebben zij betuigd voortaan steeds te zullen gebruiken, den ander, die te voren schipper geweest zijnde, met het verloop daarvan het verwen bij de hand genomen heeft, en die gelijk zij, geheel los in de Religie is. Voor eenen der armste ingezetenen van Ulrum, bezwaard met een tal- rijk huisgezin en die met het kerkezakje, waarvan hij 's jaar 12 gl had, liep, hebben zij, welligt omdat zijne vrouw eene bijzonder Godvrezende vrouw is, zonder eenige reden des gevraagd zijnde te kunnen of te willen geven, een anderen verkozen, die eerst sedert twee jaar in deze gemeente als huurder gekomen is, die niet behoeftig is, zooals de eerste maar losser in de Religie. Zoo zouden wij HEd. Heeren meer blijken en stalen UHEd. kunnen voorstellen van hun Tirannieke handelwijze, die hier door alle goeden wordt verfoeyt en afgekeurd, maar wij hopen en vertrouwen dat deze genoeg zullen zijn om UHEd.'s regts en plichtgevoel op te wekken, om hierin op eene UHEd.'s betamende wijze te voorzien, en zorg te dragen dat hier eene geregelde aftreding der kerkvoogden plaats hebbe, hun getal aangevuld worde met éénen uit deze gemeente, en dat door UHEdn daarin voorzien worde dat door hen geen Godsdiensthaat be- vorderd en geene Godvreezenden om den Godsdienstwille verdrukt worden.