Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/626

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

550 SCHOLTE'S KORT VERBLIJF TE ULRUM te openen, maar heeft toen alle aangewende middelen hiertoe vrugteloos waren, dien weg verlaten en heeft op aanzoek in het open veld ge- predikt, hetwelk noch door het Provinciaal, noch door eenige kerkelijke verordening verboden was. Zoo onwaarachtig is het, dat hij zich daar- tegen verzet zou hebben; integendeel hij is ten geheel onderworpen geweest; doch misschien was het laatste voor hen nog een groter ergernis, zal iemand zeggen, als het eerste geweest zou zijn. Ik stem dit toe als zeer wel mogelijk, maar waar blijft, zoo zulks willekeurig strafbaar zal zijn, onze vrijheid, waarmede wij vrij gemaakt zijn in Christo, en die wij beschermen moeten? Gal. 5: 1, 13. Indien men straft, hetgeen verboden is, en men straft hetgeen niet verboden is, zal men dan niet in 't vervolg die straffers, en niet Christus naar de oogen moeten zien? En wie zal dan nog veilig zijn? Ergernissen heeft Christus gezegd zullen er komen, maar wee dien door wien zij komen Matth. 18:7; Luc. 7: 1. Er zijn gegeven en genomen ergernissen en nu oordeele ieder, of deze met regt gegeven was of met onregt genomen word, indien hij maar een regtvaardig oordeel oordeele, naar Christus' bevel, Joh. 7: 24. Wij keeren terug tot den 12den October. Na het voorgevallene des morgens, werden de deuren van het kerkgebouw uit naam van de kerk- voogden, gesteund door het plaatselijk bestuur, gesloten. Daar er zoo- velen van heinde en verre waren gekomen om ds Scholte te hooren op dezen Zondag, en zij zich zoozeer daarin zagen teleurgesteld, werd besloten in het open veld te vergaderen, en wel op een stuk van het ,,pastoryland". Ds de Cock met diens vrouw zaten, te midden van eenige honderden toe- hoorders, op een boerenveldwagen. Er viel daarbij niets bizonders voor. Naar eene mededeeling gedaan in een geschriftje, dat niet in den handel is, doch het bizonder eigendom der familie, en gedrukt bij T. Berg, Sappemeer: Een bladzijde uit het leven van Trijntje Eppes Doornbos, waren deze honderden ten slotte getuigen van een aangrijpende plechtig- heid: De Cock en Scholte maakten in het open veld een verbond om in de kracht des Heeren staande te blijven tegen alle verdrukking en vervolging. *) Voor het hooggerechtshof te 's Gravenhage, kamer van correctionnele appellen, van den 2en December 1835, zeide Van Appeltere, dat ,,ds Scholte op dezen 12 October het allereerste voorbeeld gaf dier godsdienstoefe- ningen in het open veld, die zich sedert zoo zeer hadden vermenig- vuldigd, en predikte te Ulrum staande op eenen boeren wagen, op welken nevens hem De Cock en diens huisvrouw zich bevonden." Nog dienzelfden dag vertrok Scholte met vrienden uit de stad" naar Groningen, om des Woensdags nog tijdig te Nijkerk te kunnen zijn en aldaar een beurt voor ds C. C. Callenbach te vervullen. 7)