Naar inhoud springen

Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/107

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

89

maligen loop van een breed water kan herkennen. Op de bekende kaart van joost jansz. beeldsnijder ziet men door de gansche duinketen eene reeks van waterplassen en meertjes, die voor de meening pleiten, dat hier vroeger een water gestroomd heeft. Het meertje achter Bloemendaal is daarvan een der laatste overblijfselen, en ook vooral merkwaardig, omdat het in geen verbinding staat met het afzakkende duinwater, maar een waterhekken op zich zelf vormt. Eindelijk zijn in het jaar 1867 in de omstreken van Haarlem, op eene zekere diepte, hier en daar sporen van eene kleibedding te voorschijn gekomen, die het vermoeden versterken. Zie Album der Natuur, 1867, bl. 311.

15. Bentveld. In de lijst der Utrechtsche kerkgoederen uit de 10de eeuw komt de naam Benetfelda voor. Wordt hiermede Bentveld bedoeld en heeft deze naam eene godsdienstige beteekenis, dan wordt daardoor de overlevering van het klooster in Mariënbosch versterkt. (Oork. boek v. Holl. en Zeel., bl. 24.)

16. De Blaauwe Trappen. Deze naam is overoud en heeft mij steeds herinnerd aan de "Fortrapa" bij Kinnem, waarvan melding is gemaakt in het charter van koning karel aan graaf diederik in 922, en omtrent wier juiste ligging groot verschil van meening heeft bestaan. Zie over Fortrapa, v.d. bergh, Midd. Ned, Geogr., bl. 59. De Blaauwe Trappen vormen met de duinen van de plaats "Jagtlust" tot aan den Kruidberg een zeer oude en oorspronkelijke duinhelling, aan wier voet zich de kleiachtige weilanden van Brederode onmiddellijk uitstrekken.

17. Kan de naam Brederode ook afkomstig zijn van het oude Bretenheim of Bredheim van het Utrechtsche kerkregister? De bekende afleiding van "Breede roeden" komt mij onwaarschijnlijk voor.—Ik houd den oorsprong van dien naam voor Scandinavisch. Het Deensche woord "Bredde" beteekent "oever" of "strand", en "rode" afkomstig van het Deensch "rod", wortel, werd algemeen gebruikt om een plaats aan te duiden, waar het wilde bosch was uitgeroeid. Van daar ook ons woord "rooijen."—Misschien is ook de naam "Tetrode" de oude naam van het dorp Overveen en van een der oudste adellijke geslachten van Kennemerland, afgeleid van het Deensch "Tet" (Tœt), "digt bij", omdat de plaats digt bij Haarlem lag. Dat de Tetrode's een overoude Haarlemsche familie zijn geweest, bewijst eene oorkonde van het jaar 1310, waarvan mij door den heer j. tetterode te Amsterdam welwillend inzage is verleend.—De geschiedenis der Denen in Kennemerland acht ik een hoogst gewigtig onderwerp voor oudheidkundige nasporingen, vooral ook omdat ik tusschen Noord-Nederland, Denemarken en Engeland een grooter ethnologische verwantschap aanneem dan tusschen Noord-Nederland en Pruissen.

18. Heerenduinen en Prinsenbosch. Deze goederen hebben langen tijd aan het huis van Oranje-Nassau behoord en zijn na den dood van prins willem II in andere handen gekomen. Zie a. loosjes p.zn., Hollands Arkadia, bl. 328.

19. Het voormalig slot Oud-Haarlem bij Heemskerk is zeker een der oudste kasteelen van Kennemerland geweest, misschien wel de zetel van de graven dezer gouw. In oude geschriften wordt het ook "het huis ter Lek" genoemd,—Zie Nederl. Oudtheden, te Amsterdam bij j.v.