Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/40

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

22

boompje, dat tot de liefelijkste boden der lente behoort. Als bijna alle andere heesters nog sluimeren, ontwikkelt de ruige wilg (Salix Caprea L.) zijne groote, gele bloemen, die een liefelijk frisschen citroengeur verspreiden en een enkelen, te vroeg ontwaakten hommel gelukkig maken. De wollige, met bloemen bedekte takken zijn reeds in de verte tusschen het kale hout zigtbaar, en het overvloedig stuifmeel der bloemen zweeft in gele wolkjes over het bosch om de gelijktijdig opengaande, maar minder schoone vruchtbloemen te bevruchten.—Bij de wilgen ontwikkelen zich de bevruchtende en vruchtdragende bloemen op verschillende individu's (Tweehuizigen). Dikwijls vragen wij, waarom de natuur bij sommige planten zooveel meer omslag maakt dan bij andere, maar dit "waarom" komt uit kortzigtigheid voort.—Waarom gunnen wij ons menschen alleen karakter en individualiteit; waarom zien wij dikwijls voorbij, dat elk, zelfs het minste wezen, eene persoonlijkheid bezit, en dat in het groote lied des levens geen twee stemmen dezelfde zijn?

Vragen wij het aan gindsche braamstruik op de duinhelling langs het boschje.—Eenmaal werden van haar geslacht door den grooten linnaeus slechts vier Europesche soorten vermeld, (Rubus caesius, R. Idaeus, R. fruticosus en R. saxatilis). Nadere onderzoekingen evenwel hebben dit getal ontzaggelijk vermeerderd; even zoo is het met de wilgen, de rozen en een aantal andere planten. Ja, hoe meer men onderzoekt en rangschikt, hoe meer de afwijkingen en verschillen als uit den grond oprijzen, zoodat de onderzoeker, vooral bij de lagere afdeelingen, ten laatste omtrent de kenmerken van soorten, rassen en verscheidenheden begint te twijfelen.—Die wanhoop des onderzoekers is een kleine miskenning van de grootheid der natuur. Geen gebouw zou groot genoeg zijn om een volledig herbarium van alle vormen te bevatten. Maar die onbegrijpelijke grootheid in het geringste, dat de natuur voortbrengt, is ons een bewijs voor de waarheid van 's dichters woorden:

"There are more things in heaven and earth,
Than are dreamt of in your philosophy."