Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

45

merkwaardigste gedeelten van den Hout; zoowel door het terrein als door de boomen en bloemen, herinnert die plek aan de meest woeste streken der bosschen langs de duinhelling.

Allerlei boomen staan hier door elkander. Zeer oude abeelen verheffen hun dikken, zuilachtigen, schitterend witten stam in de blaauwe lucht; behalve de vogelkers groeijen hier ook de kurk-iep, de meidoorn (Crataegus monogyna jacq.), de papenmuts (Evonymus europaeus L.) met hare rozeroode vruchtjes, en een enkele sneeuwbal (Viburnum Opulus L.); deze drie zijn aan den duinkant zeer algemeen.

Niet minder merkwaardig zijn de planten, die onder deze boomen groeijen. Wederom zien wij hier de boschanemone, het lelietje der dalen, het klimop; maar ook andere planten, die nergens anders in den Hout voorkomen.—Hier groeit het water-helmkruid (Scrophularia Ehrhartii steven), het welriekend viooltje (Viola odorata L.), de maagdepalm (Vinca minor L.), een in ons land zeldzame boschplant, het daslook (Allium ursinum L.) met zijn groote witte, sterachtige bloemen en breede lichtgroene bladeren. De maagdepalm groeit om Haarlem nergens anders in het wild, het daslook alleen hier, op de hofstede Duinvliet en bij den bouwval van Brederode.—Ook het wormkruid (Tanacetum vulgare L.) groeit om Haarlem alleen hier en bij den bouwval van het Huis ter Kleef.

Aan den rand van het bosch, naar het weiland, groeit de boksbaard (Tragopogon pratense L.), een hooge plant, door hare houding, wortel, bladeren en gele bloemen veel op de schorseneelplanten gelijkend.—Deze plant is talrijk aan de randen van het genoemde weiland, maar komt elders in den Hout niet voor. In de duinen, vooral in de duinvlakten achter de Vogelenzang, is zij vrij algemeen.

Wanneer wij het boschje aan de oostzijde uitgaan en den weg oversteken, zien wij aan onze regterhand een kronkelend water, dat de grens vormt tusschen den Hout en de omliggende weilanden. Aan dit water groeijen elzen en ook een wilg (Salix aurita L.), die in het vroege voorjaar zijne naar citroenen riekende bloemen vóór alle andere bloemen doet ontluiken. Deze wilg is in de duinbosschen zeer talrijk en een echt burger van de Hollandsche wil-