Pagina:De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen 1718 vol 1.djvu/20

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

Konstemaars die moeite en zweet Daaglyks aan uw werk befteet

Om uw Kon ft in top te (lieren j Hier verfchynen op een Ry Konftenaren zy aan zy

In hun Beeltnis , met Laurieren Van onwelkb'ren roem op *t hooft, Die noch Tyd , noch Wangunft rooft.

Dit moet u een fpoor zyn , om

In vrou Pallas Heyligdom Daar nooit vadzige aterlingen

Maar het yv'rig echte krooft,

Door dat yvervuur gerooft Met gerekten hals indringen;

Daar de Weldaad van haar troon

Reikt aan elk verdienden loon.

Klimt den Konftberg ruftig op ,

In uw yver. Op den top Staan de blinkende Laurieren ;

Die door moeite en zweet gerooft,

Na verloop van tydt het hooft Van den overwinnaar fleren.

Veftigt hier op uwe hoop.

Kunft is maar voor zweet te koop.

En gy K o n s t j e u g t die het zoet Van de Konftvrucht fmaakt , hou moet.

Valt die vrucht zomwyl wat bitter In 't verkrygen zwicht maar niet ; Niemant kryg' hier aan verdriet,

Zoo hy worden wil bezitter

Van zyn oogwit en zyn wenfeh , 't Doelwit van den veegen menfeh.

S P