Pagina:De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen 1718 vol 1.djvu/40

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

voortgeteelt en naargelaten enz. Als ook om dat de Glasschilders thans maar weinig in getal en die Konst met hare bewerkers genoegsaam ten grave gedaalt zynde, over zulks ons weinig werk, en by gevolge dit boek niet veel meer dikte konden geeven, of toebrengen. Deze zelve Rede deed my ook besluit nemen van zulken die uit een enkele drift en zucht tot de Konst, (zonder toeleg om voordeel daarvan te genieten) het penceel hebben geoeffent (schoon in die volkomentheit niet als andere die het met een tot hun kostwinning dient) om hun yver te gedenken. Daar en boven hebben wy ons een schikking in dit werk voorgestelt, waar door elk Konstschilder volgens zynen stipten geboortentyd te voorschyn zal komen en veele met hunne Beeltenissen, die een groot honderd zullen uitmaken, behalven verscheide andere platen, elkander in rang zullen volgen, en men daar by ook op het Jaartal zal konnen zien, wie'er in tegendeel (zoo veel ons doenlyk is geweest) gestorven zyn. Daar van Manderniet heeft opgelet: want hy plaast M I C H I E L M I E R E V E L T geboren 1568. voor H E N D R I K G O L T Z I U S die geboren is 1558. gelyk ook K O R N E L I S V A N H A A R L E M geboren 1562. voor O C T A V I O V A N V E E N geboren 1558. Noch ook heeft K O R N . D E B I E daar zoo naauw acht op gegeeven, maar zomwylen den eenen voor den anderen gestelt. Uit dien hoofde of in gevolge van onze voorgestelde leyding komt na 't openen van onzen GROOTEN SCHOUBURGH der KONSTSCHILDERS, d'eerste te voorschyn, met zyne Beeltenis,