Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/184

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

N°. 23.
1868.
Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk


UITGEGEVEN DOOR
De Administratie van de Katholieke Illustratie
St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch.
Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN

Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX.
ONDER REDACTIE VAN
H.A. BANNING en J.W. THOMSON,
MET MEDEWERKING VAN
Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN
en meer andere Katholieke Letterkundigen.
Elk Vel van 8 pag. kl. fol.
kost slechts
6½ Cents.
Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle
Boekhandelaren en bij de Administratie.

INHOUD: De wijzen uit het Oosten. ― Generaal Lamoricière. ― Het stadhuis te Brussel. ― Achttien eeuwen ― Geschiedkundige verhalen voor het Katholieke volk van Nederland. ― 1. De laatste dagen van
Jerusalem ― Allerlei.

DE WIJZEN UIT HET OOSTEN.



Herinnerden wij er onzen lezers in ons Kersnummer aan, hoe de komst van Christus op aarde het eerst den Joden werd bekend gemaakt, het feest dat de Kerk op den 6 Januarij viert, geeft ons gelegenheid te spreken over de wijze, waarop de komst des Heeren aan de Heidenen is medegedeeld. Ongetwijfeld heeft dat feest voor ons eene groote belangrijkheid; het doet ons een blik terugwerpen naar vroegere eeuwen, toen onze voorouders in het Heidendom verzonken waren. Dat wij zoo gelukkig zijn, ons kinderen der alleen-zaligmakende Kerk te mogen noemen, hebben wij te danken aan Gods oneindige barmhartigheid, die onze voorouders uit hun ongelukkigen toestand trok en hun en bijgevolg ook ons het vooruitzigt op eene gelukkige eeuwigheid opende.

Wat wij van de Wijzen uit het Oosten weten, ontleenen wij aan het H. Evangelie en aan de overlevering, die zoo oud is als de Kerk. Men leest bij Mattheus II. 1. 12. het volgende: „Als Jesus geboren was te Bethlehem in Juda, ten tijde van den koning Herodes, ziet, zoo kwamen de Wijzen uit het Oosten te Jerusalem, zeggende: Waar is de koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijne ster in het Oosten gezien en zijn gekomen om hem te aanbidden. Koning Herodes, dit hoorende, werd ontsteld en geheel Jerusalem met hem. En hebbende de Opperpriesters en de Schriftgeleerden des volks vergaderd, onderzocht hij van hen, waar de Christus zou geboren worden. Zij zeiden hem: te Bethlehem in Juda, want zoo is er door den Propheet geschreven: En gij, Bethlehem, land van Juda, zijt geenszins de minste onder Juda's steden, want uit u zal de Vorst voortkomen, die mijn volk Israël besturen zal. Dan riep Herodes de Wijzen heimelijk bij zich en vernam naauwkeurig naar den tijd, waarop hun de ster verschenen was. En hen naar Bethlehem zendende, zeide hij; gaat en onderzoekt naauwkeurig naar het kind en als gij het zult gevonden hebben, en boodschapt het mij, opdat ik het ook kome aanbidden. Zij, den koning gehoord hebbende, zijn vertrokken. En ziet, de ster, die zij in het Oosten gezien hadden, ging voor hen uit, tot dat zij, komende boven de plaats, waar het Kind was, bleef staan. Als zij nu de ster zagen, waren zij verheugd met eene groote blijdschap. En in het huis komende,vonden zij het Kind met Maria zijne Moeder, en nedervallende hebben zij het aanbeden en hunne schatten geopend hebbende, droegen zij hem geschenken op van goud, wierook en mirrhe. En door eene openbaring in den slaap vermaand zijnde, dat zij niet zouden wederkeeren naar Herodes, zijn zij langs een anderen weg naar hun land teruggekeerd.”

Bethlehem.

Tot zoover het H. Evangelie, dat aanleiding tot onderscheidene vragen geeft; die alleen door de overlevering beantwoord kunnen worden. Vooreerst rijst de vraag: Wat verstaat men hier door het Oosten of welk land wordt hier bedoeld?

De gevoelens omtrent dit punt loopen tamelijk uiteen. Sommige schriftverklaarders houden het bedoelde land voor Perzië, anderen voor Chaldea, nog anderen voor Mesopotamië, terwijl er eindelijk ook zijn, die Gelukkig Arabië als het vaderland der Wijzen aannemen. Het is niet te ontkennen dat al deze meeningen verdedigd kunnen worden. Genoemde landen liggen toch, het eene minder het ander meer, ten Oosten van Palestina, terwijl de gevangenschap der Joden in Babylon, Assyrië, Medië en Persië en hunne handels-betrekkingen met Mesopotamië en Arabië voor de volkeren dier lan-