Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/187

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

180

vensters, waarvan 26 boogvormig zijn. Tusschen de verdiepingen en tusschen de vensters zijn een ontelbaar aantal nissen, waarin beelden van heilige en beroemde personen prijken. Het Westelijke gedeelte is rijker aan nissen, beelden en andere versieringen dan het Oostelijke, waaruit blijkt dat men bij de voortzetting van den bouw zich niet aan het oorspronkelijke plan heeft gehouden. Een deftige balustrade omgeeft het hooge, trotsche dak.

Generaal de Lamoricière.


Aan de vier hoeken des gebouws verheffen zich achthoekige torentjes niet alleen aan elkander gelijk, maar ook aan die, welke den grooten toren omringen. Deze heeft eene hoogte van 350 voet boven den beganen grond en is een meesterstuk, zoowel ten opzigte van bevalligheid, rank- en sierlijkheid, als van kunst en smaak en zuiverheid van verhoudingen, tot zelfs in de kleinste onderdeelen. Tot even boven het dak is hij vierhoekig, in welk gedeelte hij vier verdiepingen bevat; onderscheiden zich de twee eerste door een bijzonderen rijkdom van ornamentatie, de laatste munten uit door eene edele eenvoudigheid, die ook hare schoonheid heeft. Boven het dak wordt de toren achthoekig en heeft tot aan de pyramide, die hij draagt, drie verdiepingen elk met acht boogvensters en voorzien van eene galerij omgeven met eene balustrade. iedere verdieping staan aan de hoeken slanke torentjes, die de schoonheid van het geheel verhoogen. Op den top der pyramide rust een steen van 12 voet omvang; deze draagt een verguld koperen bol, die tot voetstuk dient aan een reusachtig standbeeld van den H. Michaël, den patroon der stad. Dit beeld, ruim 18 voet hoog, strekt niet alleen tot versiering van den toren, maar ook tot windwijzer en is zoo gevoelig voor den wind, dat het zelfs eene flaauwe koelte aantoont.