N°. 36. 1868. Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk
| ||
UITGEGEVEN DOOR De Administratie van de Katholieke Illustratie St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch. Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX. |
ONDER REDACTIE VAN H.A. BANNING en J.W. THOMSON, MET MEDEWERKING VAN Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN en meer andere Katholieke Letterkundigen. |
Elk Vel van 8 pag. kl. fol. kost slechts 6½ Cents. Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle Boekhandelaren en bij de Administratie. |
INHOUD: De spoken in de schouwburgen. ― Amerikaanse Zouaven. ― Een reisavontuur. ― De obelisk des Vatikaans. ― Achttien eeuwen. — Geschiedkundige verhalen voor het Katholieke volk van Nederland. — 1. De laatste dagen van Jerusalem. ― De Goede Week te Rome. Losse bladen uit een onuitgegeven reisjournaal. | ||
De Spoken in de Schouwburgen.
Eenige jaren geleden mogten de schouwburgen van Parijs zich in een buitengewonen toevloed van volk verheugen. Het was niet om een Mademoiselle Rachel de treurspelen van Racine te zien voordragen, noch om het verrukkend gezang van de Zweedsche nachtegaal te bewonderen; het kunstminnende volk der hoofdstad van de beschaafde wereld verdrong zich in de schouwburgen, als de kleine kinderen om grootmoeder bij den haard, wel niet om spook- en toovergeschiedenissen te hooren vertellen, maar om ze te zien opvoeren. Men zag dien winter de dooden met de levenden wedijveren, om het publiek te verlustigen; ze traden gezamenlijk hand aan hand op, speelden, dansten: vochten met elkander, staken zich met degens door het lijf; de levenden deden de dooden uit den grond oprijzen; de dooden haalden de levenden weg enz. De lezer zal zeker begrijpen dat hier geen sprake kan zijn van acteurs, die, eenvoudig als spoken verkleed, in persoon optraden, gelijk bij een vastenavond-mascarade, dit zou voorzeker zulk een opgang niet hebben kunnen maken. Ook waren het geen beelden, die door een tooverlantaarn op het achterdoek van het theater werden geworpen, het waren werkelijke schimmen, die in volle ligchamelijke gestalte, op het tonueel tusschen de gewone acteurs rondwaarden, met een ligchaam gelijk het onze, uitgezonderd alleen, dat ze wel grepen maar niet gegrepen konden worden. Wat kan men al meer verlangen van een wezenlijk spook?
Hoe men spoken op het tooneel doet verschijnen.
De voornaamste uitvoerder dezer zonderlinge vertooningen was de vermaarde goochelaar Robin. Hij trad het tooneel op en op zijn bevel verschenen en verdwenen de spoken. Een zouaaf uit den slag van Inkermann verrijst bij trommelslag en vertoont met een bleek en ernstig gelaat het eerekruis en de wonden, die zijne borst bedekken. In een ander tafereel verschijnt de dood onder de gedaante van een afschuwelijk geraamte. Langzaam ontvouwt het zijn lijkkleed en omknelt met zijn ontvleeschte armen den wanhopigen toovenaar, die te vergeefs een pistool op zijn aanrander losbrandt. (bl.284) Al deze schimmen vertoonen een ontzettende levendigheid. Men ziet ze voor en achteruit treden, door de muren in en uit dringen, op de plaats zelve wegzinken en bij een slag met de tooverroede weder oprijzen. Ze verschillen alleen van de levenden door haren eenigzins uiteenvloeijenden vorm en hare bleekheid, gelijk dit aan geesten past.
Een ander maal werd een Engelsche spookgeschiedenis op veel grooter schaal voorgesteld. 's Nachts op klokslag van twaalf uren gaat het gordijn omhoog, en men ziet een bosch, door het maanlicht flaauw beschenen. Een moordenaar treedt vooruit; in zijn bebloede handen knelt hij een bundel bankpapieren, die hij zijn meester ontnam, nadat hij hem verraderlijk had