Naar inhoud springen

Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/294

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

N°. 37.
1868.
Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk


UITGEGEVEN DOOR
De Administratie van de Katholieke Illustratie
St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch.
Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN

Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX.
ONDER REDACTIE VAN
H.A. BANNING en J.W. THOMSON,
MET MEDEWERKING VAN
Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN
en meer andere Katholieke Letterkundigen.
Elk Vel van 8 pag. kl. fol.
kost slechts
6½ Cents.
Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle
Boekhandelaren en bij de Administratie.

INHOUD: De bijen. ― Het Katholicisme in de Vereenigde Staten. ― De steenkool en haar gebruik. ― Watervallen. — Allerlei.

DE BIJEN.

I.
Gemakkelijke manier om de bijen te voeden.



Gelijk alle ervaren bijenkweekers weten, is de hongersnood de voornaamste vijand der bijen; kon men haar aan de bijna op vaste tijden terugkeerende verwoestingen van dien verschrikkelijken geesel onttrekken, zij zelven zouden zich wel voor alle overigen weten te vrijwaren.

Ongelukkiglijk is het niet zeldzaam dat lang aanhoudende regen en ander slecht weder haren arbeid verhinderen en een noodlottigen hongersnood veroorzaken, die haar in groot getal doet sterven, de bijenkorven verwoest, en in weinige dagen meer leemten doet ontstaan, dan door jaren van overvloed kunnen worden aangevuld. Dit is de groote plaag der bijenkweekers, het voorwerp van al hunne misrekeningen, en de oorzaak tevens, dat een zoo aanlokkelijke en nuttige tak van nijverheid ten laatste meer teleurstellingen dan voordeel aanbrengt.

Het ergste van alles is, dat de geesel niet, alleen de oude bijenkorven overvalt, maar ook en bij voorkeur de jongere, welke het werkzaamste deel van den bijenstapel uitmaken; deze moeten dikwijls bij gebrek aan tijd en gelegenheid om voor den winter een voldoenden voorraad bijeen te gâren gedurende dat strenge jaargetijde van honger sterven; soms rekken zij het veege leven tot aan het einde van den winter om bij het naderen der lente op den vooravond dier schoone dagen, waarvan haar jeugdige ijver een zoo ruim gebruik ging maken, van honger om te komen.


Bijenkorven.

Hoeveel slagtoffers heeft b. v. niet het droevige jaar 1867 gemaakt! Nooit welligt hadden er zich meer zwermen gevormd dan in Mei 1866; doch daar de regen, en de vroeg invallende koude van den herfst de werkzaamheden-hadden verhinderd, stierven bijna alle deze jeugdige volkplantingen gedurende den volgenden winter en de aanhoudende regens der lente van 1867. Bij millioenen moeten dus de bijenkorven geteld worden, die op deze wijze dikwijls geheel en al verloren gaan.

Ook ik werd even gelijk anderen door deze ramp getroffen, en het getal mijner korven van 25 reeds tot 11 verminderd ziende, besloot ik tot elken prijs aan deze droevige sterfte zoo mogelijk een einde te maken.

Het was in Junij 1867. Na drie maanden van aanhoudenden regen was het schoone jaargetijde teruggekeerd; vier of vijf mijner korven hadden er gebruik van gemaakt om te zwermen, en hun getal weder tot 16 te verhoogen, maar zij waren zeer ligt; sommigen zelfs hadden slechts voor 8 dagen levensmiddelen, en daar het hooi reeds grootendeels gemaaid was, konden zij in deze streek hunne hoop nog alleen op de boekweit vestigen, die zich nog lang zou laten wachten. Ik had dus geen andere keus, dan ze te voeden of ze in groot getal te zien sterven; ik besloot het eerste.

Wel is waar, ik had niet tot dat tijdstip gewacht, om ten minste de meest behoeftigen zoo goed en zoo kwaad ik kon bij te staan, en hun aan huis dien onbeduidenden onderstand te verleenen, welken alle verhandelingen over de Bijenteelt voorschrijven: vogelglaasjes, siroop, honig met groote moeite in de bijenkorven gebragt, niets van dit alles had ik verwaarloosd; maar behalve dat deze behandeling zeer omslagtig en moeijelijk is, ja zelfs niet zonder gevaar kan aangewend worden, is zij ook nog ontoereikend en alleen