296
hotel; de hotelhouder heeft in dat bevallig oord zijne woonstede opgeslagen, wijl jaarlijks uit alle landen van Europa reizigers naar Zwitserland stroomen om zich heerlijke natuurtooneelen te verlustigen, en niemand hunner vergeet den Giessbach een bezoek te brengen. Om de reputatie van Giessbach te vermeerderen, hult hij haar nu en dan in nachtelijken luister.
Wanneer des avonds de reizigers elkander onderhouden over de tooneelen, die zij des daags hebben bijgewoond, verschijnt de hotelhouder en verzoekt hen, hem naar het balkon te te volgen. Zoodra allen hier vergaderd zijn, schiet de hotelhouder een pistool in de lucht af, en onmiddelijk daarna schitteren de watervallen in de heerlijkste kleuren. Bengaalsch vuur, bij iederen waterval ontstoken, kleurt de eerste rood, de tweede groen, de derde geel, de vierde blaauw, de vijfde wit, de zesde violet en elke waterval werpt zijne kleur tegen een volgenden. Een kreet van verrassing ontsnapt aller mond; het is ook een tooneel uit de Duizend en een nachten, dat zich hier voor aller oog ontplooit. Stroomen van robijnen, smaragden, topazen, saphiren en amethisten, te midden waarvan een golf van schitterende melk zich voortbeweegt, volgen elkander op en verzwelgen elkaar. Op eens verdwijnt het rood in de duisternis des nachts; de eerste waterval komt een stond later in een prachtig violet op nieuw te voorschijn; het groen maakt plaats voor het rood, en zoo ontstaat er eene onophoudelijke kleurverwisseling. Eindelijk verdroogt de eene bron na de andere, en al de pracht is in den niet teruggezonken; nog slechts eenige oogenblikken vloeit een smalle witte straal tusschen het donkere geboomte en de vooruitstekende rotsen.
Het uithakken der steenkool.
ALLERLEI.
OEFENT DE MAAN INVLOED UIT OP DE WEERSGESTELDHEID? Op deze vraag geeft professor Marcet te Genève na een langdurig wetenschappelijk onderzoek het volgende antwoord: de invloed der maan op het aantal regendagen en op de hoeveelheid regen is geheel als nul te beschouwen. Het weder verandert menigvuldiger ten tijde der volle en nieuwe maan en vooral op dagen na die beide schijngestalten dan op alle andere dagen der maanmaand. Het onderscheid is echter niet zeer aanmerkelijk, want de waarschijnlijkheid der weersverandering van eenigen dag is = 0.120, voor de volle maan = 0.121, voor de nieuwe maan = 0.125 en voor de dagen na die schijngestalten = 0.143 en 0.148. Het weder verandert zoowel bij volle als bij nieuwe maan meer ten goede dan tot regen; de verhouding hiervan is als 100 tot 72.
⁂
STRAATVEGERS IN PARIJS. 6000 Straatvegers en veegsters zijn dagelijks in Parijs werkzaam. Zij werken zomer en winter iederen dag 10 uren en worden per uur betaald. Een straatveger 1e klasse, die den rang van opzigter bekleedt, verdient 38 centimes per uur, een straatveger 2e klasse 29 centimes. De gewone straatvegers ontvangen 25, de vrouwen 20 centimes of een dagloon van 2½ francs en 2 francs. De meesten dezer lieden komen uit den Elzas, Rijn-Pruisen, Hessen, Baden en Luxemburg.
⁂
VOLGENS HET BUREAU VERITAS TE PARIJS is het van 2711 zeilschepen en 131 stoombooten als zeker bekend dat zij in het afgeloopen jaar zijn verongelukt. Bil gebrek aan berigten mogen daarenboven als verloren beschouwd worden 203 zeilschepen en stoombooten in het geheel een verlies van 3045 schepen en 113 meer als in 1866. Van deze schepen werden er 369 aangezeild; 1433 strandden; 452 zonken; 5 sprongen in de lucht; 79 verbrandden; 8 gingen in het ijs verloren; van 319 kent men de oorzaak van hun ondergang niet; 177 werden er afgekeurd en 203 verlaten. Van die schepen behoorden er 1438 aan Engeland, 364 aan Amerika, 273 aan Frankrijk, 112 aan Nederland, 156 aan Pruissen, 116 aan Noorwegen, 62 aan Italië, 69 aan Denemarken, 31 aan Oostenrijk, 45 aan Spanje, 46 aan Zweden, 12 aan Hamburg, 39 aan Rusland, 36 aan Griekenland, 11 aan Bremen, 8 aan Oldenburg, 11 aan Portugal, 7 aan België, 18 aan Meklenburg, 7 aan Turkije, 5 aan Brazilië, 1 aan Lubeck, 3 aan Haïti, 2 aan de Sandwichs-eilanden, 167 aan volken welker vlag men niet kent. De meeste verliezen — 1060 — kwamen in het laatste vierendeel jaars voor.
⁂
IN ITALIE schijnt in het afgeloopen jaar een groot verlangen te hebben bestaan om het land te verlaten. Er vertrokken toch uit Genua 12 schepen, die 2965 personen naar de nieuwe wereld bragten.
⁂
HET NOORWEEGSCHE ZELF-KOOK-TOESTEL. Dat toestel, dat een nieuw bewijs oplevert van de vindingrijkheid van den menschelijken geest, trekt de algemeene aandacht. Het bestaat uit 2 deelen: een houten kist en een blikken, cylindervormigen pot. De kist is aan de binnenzijde met dik vilt bekleed en wordt met een deksel gesloten. De pot wordt eveneens met een deksel gesloten en heeft twee handvaten; hij sluit juist in het vilt. Dit laatste is een zeer slechte warmtegeleider; de warmte den pot blijft dus, wanneer de kist gesloten is, zeer lang aanwezig. Het volgende kan daarvan ten bewijze strekken.
Men zet de pot met aardappelen op een goed vuur, laat de aardappelen gedurende 8 minuten koken, en sluit daarop den pot in de kist. Over een uur zijn de aardappelen volkomen gaar. Men ziet dadelijk in, dat dit toestel veel brandstof bespaart en ook nog in menig ander opzigt nuttig kan zijn. Wij laten eene opgave volgen van den tijd, waarin verschillende spijzen gaar worden.
Erwten, 15 minuten gekookt, zijn gaar in 5 uren. Vleesch en witte boonen na 4, gedroogde groenten na 3, rijstemelk en dergelijken, 10 minuten gekookt na 3 uren.
De kisten hebben een of meer potten. Die eene pot hebben zijn zoo ligt, dat zij zeer gemakkelijk met de hand gedragen kunnen worden.
