Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/82

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

N°. 10.
1867.
Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk


UITGEGEVEN DOOR
De Administratie van de Katholieke Illustratie
St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch.
Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN

Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX.
ONDER REDACTIE VAN
H.A. BANNING en J.W. THOMSON,
MET MEDEWERKING VAN
Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN
en meer andere Katholieke Letterkundigen.
Elk Vel van 8 pag. kl. fol.
kost slechts
6½ Cents.
Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle
Boekhandelaren en bij de Administratie.

INHOUD: De Hongaarsche krooninsigniën. ― Achttien eeuwen. ― Geschiedkundige verhalen voor het Katholieke volk van Nederland. ― 1. De laatste dagen van Jeruzalem. ― De wereldtentoonstelling te
Parijs. ― Het kongres van Mechelen. ― Allerlei.

DE HONGAARSCHE KROON-INSIGNIËN.



Katholieke Illustratie heeft reeds het voornaamste van de krooningsplegtigheden van keizer Frans Jozef tot koning van Hongarije medegedeeld. Eene gewigtige plaats hebben bij die plegtigheden de kroon-insigniën ingenomen. Geen volk van westelijk of midden-Europa hecht meer gewigt aan historische traditiën dan het Hongaarsche. De groote eerbied, dien het voor de symbolen van het koningschap heeft, is een welsprekend bewijs dat de revolutionnaire beginselen niet tot de kern der natie zijn doorgedrongen. De kroonsieraden boezemen belang in door hun oudheid, hunne beteekenis, hunne lotgevallen en hunne kunstwaarde.

Het voornaamste gedeelte der kroon-insigniën is natuurlijk de kroon zelve, welke sacra, angelica, apostolica, de heilige, engelachtige, apostolische genoemd wordt, naar haar eersten drager, den H. Stephanus, en naar de aartsengelen en apostelen, wier afbeeldingen op en om den hoofdband en bogen staan. De hoofdband is van 20 tot 21 Ned. duim breed in middellijn, en stelt den oudsten en oorspronkelijksten vorm van den diadeem voor. Hij is in 16 velden afgedeeld, die elk afwisselend een heiligenbeeld in email of een grooten, ongeslepen saphier bevatten.Boven het gesteente, midden over het voorhoofd, verheft zich een van boven afgerond schild, waarop 's Heilands beeld in email als Wereldkoning schittert. Aan de beide zijden van dat front zijn vier kleinere horens, driehoekig boven de heiligenbeelden en boogvormig boven de gesteenten; elk dezer horens draagt een zeer grooten parel. De diadeem, de beelden, de saphieren en de horens zijn of waren minstens met kleine paarlen omzet. De edelgesteenten bestaan uit 50 saphieren, 50 robijnen en 338 fijne parelen. De horens ontbreken aan de achterzijde der kroon; slechts tegenover het hoofdschild bevindt zich nog een in goud geëmailleerd borstschild van een Byzantijnsch keizer. Verder hangen van den diadeem aan gouden kettingjes kleinere sieraden in den vorm van klaverblaadjes, uit ongeslepen edelsteenen bestaande. Aan den hoofdband sluiten zich twee bogen aan, van 62 Ned. streep breed, waarop acht in goud geëmailleerde beeldjes op regthoekige gouden plaatjes staan. Waar de bogen elkander kruisen, bevindt zich dergelijk schildje met het afbeeldsel van Christus. In de daarin zich bevindende opening is een kruis vastgeklonken. De bogen zijn op vrij ruwe wijze aan den hoofdband met gouddraad bevestigd. De in het oog vallende verscheidenheid van beide deelen, hoofdband en bogen, heeft de meening doen ontstaan, dat de kroon uit twee verschillende in elkander gevoegde kroonen zou bestaan. Men neemt nu aan, dat de beide bogen tot de kroon behoorden, die door paus Sylvester II aan den koning en Apostel der Hongaren, den H. Stephanus, gezonden werd, en die nog de Latijnsche kroon genoemd wordt. Later, wanneer en door wie is onbekend, is de hoofdband, dien koning Geysa I als eeregeschenk van het Byzantijnsch hof ontving en de Grieksche kroon genoemd wordt, in plaats van den oorspronkelijken diadeem gesteld. De zoogenaamde dubbele kroon weegt 9 marken 6 oncen (ongeveer 2¾ Ned. pond).

De Hongaarsche Kroon-insigniën.


De krooningsmantel of de Casula S. Stephani vereenigt in zich het hoogst historisch gewigt en de hoogste kunstwaarde. Hij is niet het oorspronkelijke palludamentum of pallium regale, want dit is verloren geraakt, zonder dat men weet wanneer. Bij de krooning van Ferdinand II in het jaar 1618 werd het nog vermeld. Het werd waarschijnlijk voor Maria Theresia (1741) door het thans bij de Kroon-insigniën behoorende stuk vervangen, dat ook van de tijden van den H. Stephanus dagteekent. Dit stuk was oorspronkelijk een misgewaad, dat de koningin Geyzela zelve geborduurd en in 1031 aan de Kerk van Stuhlweissenburg ten geschenke gegeven had. (Het origineel van de compositie van dit stuk is bewaard geworden en bevindt zich in Raab.) De koningsmantel is een der oudste en tevens een der schoonste gedenkstukken van middeneeuwsch borduurwerk. Het is ook een kunststuk, wat de techniek betreft, namelijk de zoo aan beteekenis rijke heilige beelden zijn zoodanig gegroepeerd, dat, wanneer het over de schouderen hangt, elk beeld zich in natuurlijke houding, ongebroken door de plooijen toont. Toen men het klokvormige, slechts met eene opening voor het hoofd voorziene kasuifel in een mantel veranderde, moest men een gedeelte van het borduurwerk beschadigen. In zijnen tegenwoordigen vorm wordt de mantel door eene op de rugzijde nederdalende strook borduurwerk in twee helften verdeeld. Twee dwarse, even breede strooken gaan van beide zijden uit den hoofdstrook tot