Naar inhoud springen

Pagina:De Nieuwe en Onbekende Weereld - Montanus 1671.djvu/86

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

Togt va» Cobnena ■

vreemde handel met htm.

van den Koning Co- mogrus.

64 Eerste Boek:

langs een onbewoonde ftrand feven- 1 vaertuig , van welk nooit tijding tig dagen : hield het naeuwer nood quam, waer gebleven is. Nunnezlvdd ter been met wilde wortelen. Einde- nu d' handen ruim, ontflaegen van lijk. geraekt by Olano , enfethemge- Nicuefa; doch geenvoorraed meer. wingen ; ter oorfaek fich opper-be- 1 De naefte weg, op den roof te le- wind aenmaetigde. Terwijl aldus i ven. Cz/r/a koning over Co/la moell over hoop lagen, nam d' honger 't eerft ontgelden. Nunnez dan neemt diervoegen onderaf Spanjaerden toe, hem gevangen, en alle eedwaeren dat kracht en verftand verlooren : en fchatten , diehy bekoomenkon- fulx niemand belul had, om dewa- ' de. Niet lang ftrekte de fpijs. Tegen penen te voeren. De inwoonders Careta lag voor lang de koning door griefden met vergiftige pijlen Poncha over hoop. Nunnez dient hem d' uit-geteerde na welgevallen. Van ( felfs hier af : ontflaekt Careta : en fcxew honderd vijf en tachentig I valt , door hem geftijft met hulp- fchoten naenwelijx negentig over. ( benden , Poncha op 'tlijf. Defe gaf £11 even foo verwerd Honden de 'fich ter vlucht, en allesten beften, zaeken met Ancijus , tegen welken | De koning Comogrus , door dufdae- *'*»■*»«»■- fich Vafchus Nunnez ten gefach heb- i nige voorval verfchrikt, boodvrien- ber opTraèa op wierp. 'tStond ge- delijk den vrede aen. Nunnez, der- fchaepen tot een jammerlijk bloed- waerds verreift, is heerlijk onthaek bad : wanneer Colmenares , uit ///-.binnen 't paleis van Comogrus. Dit, fpanïola met levens middelen afge- j lang honderd en vijftig en breed tach- Itooken , den vijftiende der Wijn- j entig fchreeden , beftond uit hecht mand des jaers vijftien honderd en gevlochte balken , beleid metftee- tienaldaeraen-quam. Drieentwin- ne vloeren, boven verwulfd. De tig dagen zukkeldehy op zee. Bin- kelder lag vol wijn, geperfl van de nen de ftroom Gaira gelopen, ten wortelen jacca , ages en maïs. De einde fich van verfch water voorfag, binnen fte vertrek-kamer hing met liet feven en veertig man in de loop; lijken, over langfaem vuur ge- want , terwijl de leggers vullen, val- ■ droogt, aen bombafijne touwen, len feven honderd inwoonders uit:! De lijken waeren de vader, groot- en treften met een jagt vergiftige pij- vader , over- groot - vader en andere len diervoegen, dat niemand onge- van Comogrus bloed , voor vier hon- quetft bleef, en geen gequetfte by derdjaeroverleeden: ieder met peer- 't leven. Colmenares quam ter rechter I len , goud en kotoene kleden meer of tijd by 't overgebleven volk onder min gepronkt, na dat meer of min Ancifus, alfoo in d'uiterfte noodfa- J in d' oorlog verrichten. Ondertuf- ten, door gebrek van voedfel. On- j fchen joeg een ftorm met donderen aengefien fuik ongemak, waerenze blixemdezeeover'tland, fulx'tge- onderling verdeelt wegens d' heer- j zaeide verdikte. Hier uit ontftond fchappy. Om de twiftby te leggen, fwaere hongers-nood. De Spanjaer-

den , die fich neder-floegen by de ftroom Darïen op Vrala , kregen geen roevoer uit Hi fpanïola. Zy hadden de nabuurige koningen d'huit afge- ftioopt : byde felvewasniettehae- len. Nunnez dieshalven vaert dartig verrichting mijl de ftroom op : beroofd 't dorp, l e a " Nm ~ over welk Dalaiba koning ftond : hy vond wel een onwaerdeerlijke fchat goud; doch weinig eedwaeren , en overvioedig vleer-muifen , grooter als tortel- duiven : haer beet was doodelijk, ten zy met zout water aenftonds ierd gevreven , volgens

be-

wierd by de voornaemfte geraed faemft gevonden 'topper-hoofd Ni- cue/a oy tefoeken : welken Colmena- res eindelijk vind, befig met'tbou- wen van een toorn tegen vyandlijke indruk op d' uithoek Mormor. Sijn magtig heir was verfmolten door honger en vergiftige pijlen totfeftig weerloole mannen. Alle , in Colme- nares vaertuig over-geftapt, wier- den door Nunnez belet te landen . Weshalven Nicueja fich benoodfaekt vind door te laeten ftaen na Hijpa- nïola , hoewel in een onbequaem