Pagina:De Standaard vol 063 no 19219 p 04 BINNENLAND.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
(Adv.)


Benoemingen bij het Chr. Onderwijs.

TOT ONDERWIJZER:

Schiedam (Sav. Lohman School), P. van Wijk, te ’s-Gravenhage.
Voorburg (Van Wassenaar Hoffmanschool), A. Nauta te Ternaard (als kw. met a.).

ACADEMISCHE EXAMENS.

Groningen. Geslaagd doct. ex. geneesk. S. de Boer en K. van der Kooi.
Utrecht. Bevorderd tot doctor in de geneeskunde, K. E. F. Magnus, geb. te Heidelberg, op proefschrift: „De veneuze bloeddruk en zijn klinische beteekenis”.
Utrecht. Bevorderd tot doctor in de geneeskunde, J. Dankmeijer, arts, geb. te Amsterdam, op proefschrift: „De beteekenis van vingerafdrukken voor het anthropologisch onderzoek”
Utrecht. Geslaagd doct. ex. Indisch recht, B. de Rijk; econ. doct. ex. Indologie, A. H. Ruibink; cand. ex. wis- en natuurk. (letter A), A. B. Menk en K. R. Postma; cand. ex. wis- en natuurk. (letter L), J. L. Westerwijk Bosdijk.

EXAMENS MIDDELBAAR ONDERWIJS.

Amsterdam. Geslaagd ex. Ned. Taal- en Letterkunde: M. J. D. Hansen te Wouw, M. ’t Hooft te Rotterdam en mej. A. G. M. Kroeze te Etten.

EXAMEN ARCHIEF-AMBTENAAR.

’s-Gravenhage. Geslaagd ex. wetenschappelijk archiefambtenaar 2e klasse: C. G. H. Bloemen te Rijswijk en C. J. P. Lips te Dordrecht.



BINNENLAND

Huishoudelijke voorlichting.


In benarden tijd.

Naar men weet is onlangs een „commissie inzake huishoudelijke voorlichting” gevormd, een particuliere commissie, waarvan de leden betrokken zijn bij het Nijverheidsonderwijs voor meisjes of voortgekomen uit vereenigingen, welke in het bijzonder op dit terrein werken en wier deel is te trachten de huisvrouw, die haar inkomsten sterk heeft zien dalen, door voorlichting in den meest uitgebreiden zin van het woord, een maximum profijt van haar uitgaven te doen verkrijgen en den algemeenen toestand in de gezinnen te verbeteren.
Om dit doel te bereiken, wil de commissie mobiliseeren die personen, die zich in dezen moeilijken tijd de bevoorrechten voelen, omdat zij niet, zooals vele medemenschen, zoozeer door de crisis zijn getroffen.
De Commissie wordt in haar werk ter zijde gestaan door twee adviseerende commissies, waarvan de een gevormd is uit ambtenaren, daartoe vanwege de Departementen van Binnenlandsche Zaken, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Economische Zaken en Sociale Zaken aangewezen, terwijl inde andere commissie vertegenwoordigers van een groot aantal vereenigingen en organisaties, welke eveneens bij dit werk zijn betrokken, zitting hebben.
Als secretaris der commissie is een ambtenaar van het Departement van Sociale Zaken aangewezen.
De commissie doet een dringend beroep op al degenen, die bereid zijn een offer te brengen voor hun naasten. Zoo vraagt zij dan steun van hen, die uitdeelers willen zijn van datgene wat anderen ten goede kan komen.
Wil deze voorlichting eenig nut hebben, dan zal met alle ter beschikking staande middelen en met medewerking van alle daarvoor in aanmerking komende vereenigingen en organisaties getracht moeten worden een zoo groot mogelijk aantal huisvrouwen te bereiken.
Zoo zullen moeten gehouden worden kook- en naaicursussen, demonstraties en tentoonstellingen; er zullen moeten wezen besprekingen van menschen, zoowel individueel als groepsgewijze, opdat de behoeften duidelijk aan den dag komen; lokalen, materiaal en grondstoffen moeten beschikbaar worden gesteld, enz.
De commissie wil niet in de eerste plaats organiseerend, doch stimuleerend werken. Reeds overal in den lande wordt op de een of andere wijze in deze richting gewerkt. De commissie wil nu trachten te verkrijgen een algemeene uitbreiding van dit werk, dat zeer afhankelijk is van plaatselijke toestanden en dat zich daaraan geheel moet aanpassen. De taak der commissie zal dan ook vooralsnog voornamelijk moeten wezen een schakel te vormen tusschen de geroutineerden en de beginnelingen in dit werk.
Wanneer men zich af vraagt: „wat kan mijn vereeniging, of wat kan ik persoonlijk doen?”, breng deze vraag dan over aan de commissie en zij zal trachten daarop een antwoord te geven. Er is reeds veel en goed werk tot voorlichting en steun der huisvrouw gedaan. Zijt gij, leze(es) ook bereid tot hulp in dezen?
Leerkrachten bij het Nijverheidsonderwijs voor meisjes en al degenen, die op eenigerlei wijze door beroep, werkkring, aanleg of positie mede kunnen werken, van u wordt iets van uw tijd en uw kracht gevraagd. Meldt u dan aan als vrijwilligers van het leger, dat, hoewel zich bewust, niet de gevolgen der malaise te kunnen overwinnen, deze wil trachten te bestrijden om zoodoende verbetering te brengen in de levensomstandigheden van die gezinnen, welke gebukt gaan onder den nood der tijden!
Het Wijkcomité uit de commissie inzake huishoudelijke voorlichting, bestaat uit: E. M. Castendijk—Jansen, voorzitster; M. E. H. Sandberg—Geisweit van der Netten, vice-voorzitster; G. G. de Veer, C. A. Derksen, leden; J. D. J. E. van den Berg, secretaris. Adres: Departement van Sociale Zaken, Bezuidenhout 30, Den Haag.



Roomsch-Katholieke

Werkgevers.

Gecombineerde vergadering te Den Haag.

In ’s Gravenhage is gisteren een gecombineerde besturenvergadering gehouden van de Alg. R.K. Werkgevers Federatie en het R.K. Verbond van Werkgevers-Vakvereenigingen.
Door den voorzitter ir. F. H. E. Guljé werd een openingsrede gehouden, waarin hij tot de grootste gevaren van dezen tijd rekende, de verdoezeling en uitwisseling van de grenzen tusschen de taak van het individu, die van de maatschappelijke organisatie, die ons van den staat en die van de internationale menschengemeenschap.
Vooral bij de crisispolitlek zal de rangorde gehandhaafd dienen te worden: wat het individu alleen tot stand kan bren[g]en moet niet aan een gemeenschap overgedragen worden en wat de maatschappelijke organisatie zich tot haar natuurlijke taak rekent, ma gde Staat niet tot zich trekken. Hetgeen nationaal bereikbaar is, mag niet in handen gelegd worden vaneen bovenstatelijke organisatie, Volkenbond, of hoe men dat noemen wil.
Het steunen op de overheid kan bij langer voortduren van den huidigen depressietoestand verslappend en verzwakkend gaan werken. Het ligt op den weg der maatschappelijke organisaties om de staatsbemoeiing te beperken en overbodig te maken door zelf de hand aan den ploeg te slaan.
Van den Staat verwachten we een subsidaire werkzaamheid van stimuleering, aanmoediging, leiding en controle. Het instituut der bindendverklaring vormt de publikrechtelijke schakel tusschen hetgeen het bedrijfsleven tot stand kan brengen en hetgeen de Overheid daarbij dient te voegen.
Spr. wees op het dwangaccoord buiten faillissement en het verplichte trustverband van particuliere obligatieschulden als voorbeelden hoe de Overheid het vruchtbaar samenwerken van haar goedwillende onderdanen ook tegen den wil van weerstrevende minderheden mogelijk maakt.
Als tweede gevaar noemde spr. de tweedracht. Betreurd is, dat de poging om de centralen der werkgevers en arbeiders actief in te schakelen in het Crisisbeleid is mislukt.
Het derde gevaar is: de druk der vaste lasten.
Zoolang de kosten van levensonderhoud niet sterk dalen, is van een bezuiniging op den factor loon in vele bedrijven niet meer te rekenen.
De landbouwsteun heeft ertoe geleid, dat uit de enorme offers, die onze volksgemeenschap zich getroost, een groot deel toevloeit aan de grondeigenaren en de hypotheekhouders.
Dit probleem zal òf welbewust moeten worden ontward òf zichzelf oplossen in den vorm van devaluatie van den gulden.
Het aanpassingsvermogen zal moeten gepaard gaan met een constructieve welvaartspolitiek. Het bewijs is reeds geleverd, dat zonder wijziging onzer handelspolitiek de industrialisatie van ons land niet mogelijk zal zijn.
Spr. besprak vervolgens de industrialisatie en de transito-han[d]el en scheepvaart.
Spr. achtte dat er op dit gebied nog geen klaarheid bestaat.
Uit de verscheidenheid der uitlatingen van de Oud, Colijn en Van Steenberghe in zake wijziging van onze handelspolitiek valt wel af te leiden, hoe zwaar het is den juisten weg te kiezen en dien te blijven volgen, zonder in het economisch l[a]byrinth af te wijken of te verdwalen.
Tot slot wees spr. op de taak van de R.K. werkgevers bij de internationale economische herstelbeweging.