Pagina:De Volks-Missionaris vol 036 p 356-359 Waartoe dient de St.-Gerarduskalender.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

358

Op zekeren dag, zoo verhaalt Gerardus’ levensbeschrijver, kwam de Heilige aan het strand der zee. Daar bevond zich een groote menigte volks, die luidkeels weeklaagde en riep. Een hevige storm was opgestoken, en dicht bij de kust was een boot, wier passagiers op het punt waren in de golven te verzinken. De noodkreten en tranen der bloedverwanten troffen den dienaar Gods. Door medelijden bewogen, maakt hij het teeken des kruises, werpt zijn mantel over de schouders, begeeft zich te water, en terwijl hij midden door de baren voortijlt, roept hij het vaartuig toe: „In den naam der Allerheiligste Drievuldigheid, sta!” Op het eigen oogenblik ligt de boot stil. Hij nadert, grijpt haar, gelijk hij eene op het water dobberende kurk zou genomen hebben en voert haar veilig naar den oever. Dan treedt hij ten aanschouwen der menigte uit het water; zijne kleederen waren zelfs niet eens vochtig geworden.

Ziedaar het feit, dat de beroemde Roermondsche kunstschilder A. Windhausen ons op het nieuwe schild meesterlijk heeft voorgesteld. Op den achtergrond de lichte gebouwen van een Italiaansch zeestadje en de immer dreigende toppen van den rookenden Vesuvius, dichter bij de zee, die door den storm in beroering is gebracht, de bedreigde boot, op het punt van te zinken, de vele toeschouwers op kade en strand, kloosterlingen, mannen en vrouwen, die alle vol spanning den afloop verbeiden, daarvoor de machtige en kalme figuur van den Heilige, die met de kracht des Allerhoogste bekleed de wateren betreedt: alles is even keurig en fijn weergegeven. Dit schild zal niet alleen een sieraad zijn voor iedere huis­kamer, doch zal ook allen, die het zien, spreken van Gerardus’ groote wondermacht en hen opwekken tot onbeperkt vertrouwen op zijne voorspraak. Moge dit eerste doel overal bereikt worden.

Een tweede reden, waarom wij dezen kalender aanbieden, doch slechts aan de lezers van dit tijdschrift, is ons verlangen, om goede, degelijke katholieke lectuur te verspreiden. Voor sommigen, voor niet weinigen wellicht zal de gratis-bijlage van den kunstigen St.-Gerarduskalender een der redenen zijn, om zich op De Volksmissionaris te blijven abonneeren of De Volksmissionaris in breederen kring te verspreiden. Deze lezers dus zullen wij iedere maand door ons maandschrift bereiken; voor hen zullen wij het brood der waarheid breken; hen zullen wij onderrichten en aanmoedigen in proza en poëzie en platen; hun zullen wij spreken over het godsdienstig leven in al zijn schakeeringen, hen zullen wij waarschuwen voor alle gevaren, die dat godsdienstig leven bedreigen, vooral voor de slechte, zoogenaamde neutrale pers, hun zullen wij de levens van de Heiligen en groote dienaren Gods voor oogen stellen, vooral van hen, die in Nederland geboren zijn of daar geleefd hebben, hun zullen wij boeiende, stichtende verhalen voorleggen, hun zullen wij vertellen van den missie-arbeid onzer missionarissen. Hoe gaarne zouden wij daartoe onzen lezers­kring zich immer meer zien uitbreiden! Moge de St.-Gerarduskalender om deze reden velen tot de geregelde lezing van De Volksmissionaris trekken!

Eindelijk door dezen kalender wenschen wij slechte of neutrale kalen­ders