Naar inhoud springen

Pagina:De ademhaling der planten (1878).djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
15
DE ADEMHALING DER PLANTEN.

tot een hooger standpunt opteklimmen, dan zijn voorgangers hadden kunnen bereiken.

Bij het begin zijner studiën vond hij een schat van belangrijke en goed onderzochte feiten, maar een groote verwarring van begrippen. De resultaten van Ingenhousz en Saussure waren hoofdzakelijk van empirischen aard; en hoezeer deze mannen zelven een helder inzicht gehad hadden in het verband tusschen de door hen bestudeerde verschijnselen, hunne tijdgenooten hadden dit verband nooit leeren inzien. Saussure had verzuimd den samenhang zijner waarnemingen uitvoerig te bespreken; hij had dezen slechts van tijd tot tijd aangeduid, en het als het ware aan zijne lezers overgelaten, de algemeene conclusiën uit zijne proeven af te leiden. Daardoor was de kracht zijner argumenten gedeeltelijk verloren gegaan, en de oude leer van Priestley nog niet volkomen uitgeroeid. De voeding der groene plantendeelen werd nog door velen met den naam van ademhaling bestempeld en als gelijksoortig met de ademhaling der dieren beschouwd. Sommigen waren op het ongelukkige denkbeeld gekomen om deze beide processen van elkander te onderscheiden als daagsche en nachtelijke ademhaling; namen die reeds daarom volkomen onjuist zijn, omdat de zoogenoemde nachtelijke ademhaling niet alleen 's nachts, maar altijd, overdag en 's nachts, ja niet zelden overdag sterker dan 's nachts plaats vindt. Daarenboven wordt de zoogenoemde daagsche ademhaling, ik bedoel dus de koolzuur-ontleding aan het licht, uitsluitend bij groene plantendeelen aangetroffen; noch bloemen, noch wortels, noch kleurlooze parasieten, noch eindelijk het groote rijk der schimmels en paddestoelen vertoonen ooit iets, wat hiermede overeenkomt.

Dutrochet sprak deze tegenwerpingen met klem uit en