Pagina:De bandjermasinsche krijg van 1859-1863 (IA debandjermasins01reesgoog).pdf/593

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

139


Bij eene kreek werd eene schoone groote ijzerhouten sampang gevonden en onbruikbaar gekapt; de gidsen meenden die te herkennen als den zendeling Bayer toebehoord te hebben.

Wat verder werd het bosch minder dik, en aan den overkant der soengej waarlangs de troep waadde, een ladang on wachthuis zigtbaar; van tijd tot tijd hoorde men schreeuwen, doch te 12 uur het moeras steeds moeijelijjkker te begaan zijnde en vernemende van de gidsen, dat de kampong nog wel een uur af lag, 200 besloot ik na rijp overleg, mot hoevecl tegenzin ook, onverrigter zake terug te keeren, om niet op denzelfden weg als dezen dag van ’s morgens circa 7 uur tot ’s middags 12 uur afgelegd, door den donker te verdwalen of door den vijand des nachts te worden verontrust op een smal pad waar meesttijds slechts man voor man vooruit kon, en het geheel dus cen Jangen sleep vormde, belemmerd door het dragen van een mortier met 2 munitiekisten en van den geblesseerde; het rijzende water deed mij insge- ljks denken aan de moeijjelijkheden om denzelfden weg met hoog water terug te gaan.

Te 12 uur gaf ik bevel tot den terugtogt in dezelfde orde, en keerde onder een stortregen naar de benting terug.

De eng.

De luitenant ter zee 1¢ Klasse
P. J. Buijskes.

Aan
den luitenant ter zee le kiasse belast mei
de leiding der maritieme aangelegenheden
in de Zuid- en Oosterafdeeling van Borneo.