Naar inhoud springen

Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/143

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
135
DE BEWEGING VAN HET WATER.


zuiging van water uit andere deelen der plant ten gevolge, welke het weder aan andere organen en ten laatste aan de wortels ontleenen. Dat deze zuiging werkelijk de oorzaak is, dat het water in de takken zich naar de bladen beweegt, bewijst ons elke afgesneden tak, waarvan het ondereinde in water geplaatst is en die daarbij frisch blijft. De werking van de wortels is dan klaarblijkelijk buitengesloten en slechts door zuiging kan de tak het noodige water opnemen. En dat deze zuiging met zeer groote kracht geschiedt, leert ons de volgende proef. Aan het onderste uiteinde van een afgesneden bebladerden tak bevestigen wij een lange glazen buis, door middel van een caoutschoucbuisje, dat wij èn om den tak èn om de buis sterk aanbinden. Dan vullen wij de buis geheel met water en keeren haar om terwijl wij het open einde onder water houden en zorgen dat geen lucht in haar omhoog kan stijgen. Staat de buis dan rechtop, zoo kan men haar op de in fig. 64 aangegeven wijze bevestigen. Is de buis niet al te lang, zoo blijft de tak langen tijd frisch en ziet men het water in het glazen bakje dalen, waardoor een opzuigen van water door den tak, en dus tegelijk de verdamping in de bladen, aangetoond wordt. Hoe hooger de buis is, hoe ongunstiger de omstandigheden voor het opnemen van water zijn en men kan zich dus eenigzins een denkbeeld maken van de zuigkracht, die hier in het spel is, zoo men weet hoe lang de buis zijn kan, terwijl de tak nog voortgaat het water omhoog te bewegen.

Deze proef levert ons tegelijk een zeer eenvoudig middel om de grootte der verdamping van afgesneden bladen en bebladerde takken onder verschillende omstandigheden na te gaan. Het dalen van het water in het glas toch (zie fig. 64), zal de juiste maat van het verdampte water zijn. Hoe smaller het glas is, hoe nauwkeuriger wij aan dit dalen een geringe vermindering van het water zullen kunnen waarnemen. Nog nauwkeuriger wordt dit, wanneer wij niet een rechte glazen buis gebruiken, maar een U-vormig omgebogene, waarvan het been, waaraan de tak bevestigd is, korter kan zijn dan het andere. Vullen wij zulk een buis met water, zoo zal het