Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/155

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
147
DE BEWEGING VAN HET WATER.


goede eigenschappen verliezen kan. Deze goede eigenschappen bestaan voornamelijk in de luchtsoorten, die de regendruppels tijdens hun val uit de lucht opnemen, en van welke de zuurstof voor de ademhaling der wortels van het hoogste belang is. Door het staan in een bedekte ruimte en de aanraking met rottende organische lichamen, b.v. afval van bladeren, waarvan regenbakken niet zelden niet volkomen vrij zijn, verliest het regenwater allengs deze zuurstof. Putwater is eveneens arm aan dit gas en het is daarenboven meestal koud, en werkt dus door deze lagere temperatuur vertragend op alle verrichtingen der wortels, en middellijk dus ook op die in de geheele plant. Vandaar, dat in groote tuinen hoe langer hoe meer de gewoonte ingang begint te vinden, nabij de pomp een grooten steenen of metalen bak te bezitten, die van boven geheel open is, en van tijd tot tijd met water uit de pomp gevuld wordt. Hier blijft het water gedurende geruimen tijd staan, en kan daarbij de temperatuur der lucht aannemen, en zuurstof in zich oplossen. Telkens als een gedeelte van dit water voor het begieten gebruikt is, vult men den bak weer aan, om ook den volgenden dag luchtrijk en warm water te zijner beschikking te hebben. Bij deze zeer nuttige inrichting moet één voorzorg steeds in het oog gehouden worden, n.l. dat men den bak zooveel mogelijk van afval van planten rein houde, en de er in vallende bladen er uit verwijdere. Deze toch zouden door hun rotting het water bederven, en bij het vergaan de zuurstof er aan onttrekken en zelf verbruiken. Om dezelfde reden is water met rottende stoffen voor het begieten steeds af te raden, daar deze steeds zuurstof-onttrekkend werken.