Pagina:De voorspellingen van Nostradamus (1941).djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

jaar 1649. Telt men van daar verder, dan komt men tot het noodlottige jaar 1939. Zesmaal heeft er sedert 1649 een wisseling in het regeerende huis plaats gevonden. De Ram is, naar astrologisch inzicht, Engeland, dat in dit teeken staat. De Bastarnische medestander echter is Polen. De Bastarner waren naar Tacitus een germaansche stam, die het Weichselland be­woonde, hetgeen den humanist Nostradamus wel bekend was. Daarmee is echter de spreuk duidelijk verstaanbaar; elke verdere verklaring ware overbodig.
 „Meer dan driehonderd jaren zal de heer­schappij van het almachtige Engeland duren“, zegt Nostradamus te anderer plaatse en dit komt goed met het daareven gezegde overeen, wanneer men bedenkt, dat in 1603 Engeland en Schotland door een persoonlijke unie vereenigd werden. Doch de heerschappij gaat haar einde tegemoet:

 
Op de eilanden zal een waarlijk verschrikkelijke verwarring heerschen;
Men zal van iets anders dan van oorlogsintriges hooren.
Zoo groot wordt de beleediging der roovers.
Dat allen tegen hen zullen samenspannen.
 

 „Groote troepenmassa’s komen over zee en over land“, kondigt Nostradamus verder aan.

11